Pas het belichtingsverschil tussen de boven- en onderkant van het beeld aan.
Zet het apparaat uit en weer aan om de aangepaste instellingen te activeren.
Druk op [
] om de belichting aan de onderzijde te verhogen (en aan de bovenzijde te verlagen) en druk op [
] om de belichting aan de onderzijde te verlagen (en aan de bovenzijde te verhogen).
Instellingsitems |
Standaardwaarde |
Max. waarde |
Min. waarde |
Stap |
Eenheid |
|---|---|---|---|---|---|
Zwart Cyaan Magenta Geel |
0 |
10 |
-10 |
1 |
Geen |
Druk op [OK] voor elk item om de aanpassing toe te passen of te wissen.
Instellingsitems |
Selectie |
|---|---|
Automatisch aanpassen (alle kleuren) Transparant aanpassen (alle kleuren) Automatisch aanpassen (zwart) Transparant aanpassen (zwart) Automatisch aanpassen (cyaan) Transparant aanpassen (cyaan) Automatisch aanpassen (magenta) Transparant aanpassen (magenta) Automatisch aanpassen (geel) Transparant aanpassen (geel) |
Druk op [OK]. |
![]()
Deze instelling heeft, afhankelijk van andere instellingen van het apparaat, mogelijk geen effect.