Elke papierlade wordt op dezelfde wijze gevuld.
De brede bulklade wordt geïdentificeerd als lade 3, lade 4, lade 5, lade 6, lade 7 en lade 8.
![]()
Controleer of de papierranden aan de linkerzijde zijn uitgelijnd.
Controleer of het papier in de papierlade niet wordt gebruikt en trek de lade dan voorzichtig open tot deze stopt.

Plaats papier met de afdrukzijde omhoog in de lade.
Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering.

Schuif de papierlade langzaam volledig naar binnen.
![]()
U kunt diverse papierformaten in lade 1, 2 en de brede bulklade plaatsen door de posities van de zij- en eindgeleiders aan te passen. Voor meer informatie, zie Het papierformaat in lade 1, 2 en de bulklade wijzigen.
U kunt enveloppen in lade 1, 2 en de brede bulklade plaatsen. Als u enveloppen plaatst, moet u ze in de juiste richting plaatsen. Voor meer informatie, zie Enveloppen.
Als u gebruik maakt van automatisch lade wisselen, kaften of voorbladen, blijft het lampje op de voorkant van de lade branden tot het afdrukken is voltooid. Als het lampje brandt, kan het papier niet bijgevuld worden.