Druk op de [Home]-knop links onderin het bedieningspaneel en druk op het pictogram [Adresboekmanagement] op het [Home]-scherm.
Als het pictogram [Adresboekmanagement] niet verschijnt, drukt u op het pictogram
rechtsboven in het scherm om naar het scherm [Home] te schakelen.
Controleer of [Programmeren/Wijzigen] geselecteerd is.
Selecteer de gebruiker van de geregistreerde map die u wilt wijzigen.
Druk op de naamtoets of voer het geregistreerde nummer in met de cijfertoetsen.
U kunt zoeken op basis van geregistreerde naam, gebruikerscode, mapnaam of e-mailadres.
Druk op [Map].
Selecteer "Verbindingstype".
Als u een map in een NDS-boomstructuur wilt opgeven, druk dan op [NDS]. Als u een map op een NetWare-server wilt opgeven, druk dan op [Bindery].
Druk op [Wijzigen] of [Blad. door netwerk] en specificeer vervolgens de map.
Om een map op te geven, kunt u handmatig het pad invoeren of de map vinden door door het netwerk te bladeren.
Druk op [Verbindingstest] om te controleren of het pad goed is ingesteld.
Druk op [Afsluit.].
Druk op [OK].
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
![]()
NCP is alleen beschikbaar als er een optionele NetWare-eenheid is geïnstalleerd.
Om de naam, toetsweergave en titel te wijzigen, zie Gebruikersinformatie registreren.