U kunt de modus wijzigen door op de functietoeten onderaan links van het bedieningspaneel te drukken.
Er zijn geen functies toegewezen aan de functietoetsen. U kunt functies en programma's die u veel gebruikt, registreren. Voor meer informatie, zie De functietoetsen configureren.
Op de onderstaande afbeelding ziet u een voorbeeld van functies die geregistreerd kunnen worden.

![]()
Voor meer informatie over het lezen van ieder functiescherm, zie Het weergavescherm op het bedieningspaneel.