Het [Boven]-scherm wordt weergegeven als het apparaat wordt ingeschakeld.
Via het scherm [Boven] kunt u de takenlijst, tonerstatus en de papierstatus bekijken.
De pictogrammen voor alle functies worden weergegeven op het [Home]-scherm.
U kunt snelkoppelingen naar veelgebruikte programma's aan het [Home]-scherm toevoegen. De snelkoppelingen van het programma worden op het [Home]-scherm weergegeven. De programma's kunnen eenvoudig worden opgeroepen door op de snelkoppelingen te drukken.
Om het [Home]-scherm weer te geven, drukt u op de [Home]-knop. Als het [Home]-scherm niet verschijnt, drukt u op het pictogram
rechtsboven in het scherm om naar het menuscherm te gaan.
[Boven]-scherm

[Home]-scherm

Gebruiksstatus en meldingen
Geeft de apparaatstatus en meldingen weer.
[Takenlijst]
Druk hierop om het tabblad [Huidige taak] op het [Controleer status]-scherm weer te geven.
Overgebleven tijd
Wordt aangegeven door de geschatte tijd die het kost om de taak bovenaan de momenteel weergegeven takenlijst te voltooien.
[Onderhoudsinfo]
Druk hierop om het tabblad [Onderh./Inf./App.informatie] op het [Controleer status]-scherm weer te geven.
Schakelen tussen schermen
Druk hierop om tussen het [Home]-scherm en het [Boven]-scherm te wisselen.
[Voorraadinfo]
Dit geeft de informatie over voorraden, bijvoorbeeld hoeveel toner er nog rest.
[Instell. papierlade]
Druk hierop om het [Instell. papierlade]-scherm weer te geven.
[Lade-info]/[Tussenvgeenh.info]
Dit geeft de status weer van de papierladen en de tussenvoegeenheid.
[Takenlijst]
Toont de huidige en wachtende taken.
[Kopieermachine]![]()
Druk op deze toets om kopieën te maken.
Zie Kopiëren / Document Server voor meer informatie over het gebruik van de kopieerfunctie.
Afbeelding voor het Home-scherm
U kunt een afbeelding zoals een bedrijfslogo weergeven op het [Home]-scherm. Om de afbeelding te wijzigen, zie Een afbeelding weergeven in het [Home]-scherm.
[Scanner]![]()
Druk op deze toets om originelen te scannen en beelden op te slaan als bestanden.
Zie Scannen voor meer informatie over het gebruik van de scannerfunctie.
[Printer]![]()
Druk op deze toets om het apparaat als printer te gebruiken.
Zie Afdrukken voor meer informatie over het maken van instellingen voor de printerfunctie.
/![]()
Druk op deze toetsen om naar een andere pagina te gaan wanneer de pictogrammen niet op één pagina kunnen worden weergegeven.
Snelkoppelingen
U kunt snelkoppelingen naar programma's aan het [Home]-scherm toevoegen. Voor meer informatie over het registreren van snelkoppelingen, zie Pictogrammen toevoegen aan het [Home]-scherm. Het programmanummer verschijnt onderaan het pictogram van de snelkoppeling. Voor meer informatie over voorbeelden van snelkoppelingen die u kunt programmeren, zie Voorbeeld van programma's.
[Adresboekbeheer]![]()
Druk hierop om het adresboek weer te geven.
Voor meer informatie over het gebruik van het adresboek, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.
[Documentserver]![]()
Druk op deze toets om documenten op de harde schijf van het apparaat op te slaan of af te drukken.
Zie Kopiëren / Document Server voor meer informatie over het gebruik van de functie Documentserver.
![]()
Als er een geïntegreerde softwaretoepassing geïnstalleerd is, wordt er een functiepictogram voor de toepassing weergegeven op het [Home]-scherm.
U kunt de volgorde van de pictogrammen wijzigen. Voor meer informatie, zie De volgorde van de pictogrammen in het [Home]-scherm wijzigen.
In het vereenvoudigde scherm worden er op elke pagina maximaal 8 pictogrammen weergegeven. Letters en toetsen worden in een groter formaat getoond om de bediening te vergemakkelijken. Op het standaard scherm worden er op elke pagina maximaal zestien pictogrammen weergegeven. Voor meer informatie, zie De schermindeling wijzigen.