![]()
|
Aanzicht vanaf de voor- en linkerkant

Hoofdstroomschakelaar
Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet de hoofdstroomschakelaar ingeschakeld zijn. Als dit niet het geval is, opent u het paneel van de hoofdstroomschakelaar en schakelt u deze in.
ADF
Laat de ADF zakken over de originelen die op de glasplaat liggen.
Als u een stapel originelen in de ADF plaatst, zal de AFD automatisch de originelen één voor één invoeren.
Glasplaat
Plaats originelen hier met de bedrukte zijde naar beneden.
Linker voorpaneel
Open deze om vastgelopen papier te verwijderen of de stroom aan- of uit te schakelen.
Bedieningspaneel
Rechter voorpaneel aan de bovenkant
Open deze om de tonercartridges te vervangen.
Rechter voorpaneel
Openen om papierstoringen te verwijderen
Papierlades (lade 1-2)
Hier plaatst u het papier in. Lade 1 is een tandemlade waar het papier aan de linkerkant automatisch naar rechts gaat wanneer het papier daar op is.
Een indicatielampje aan de linkerkant van de voorkant van de lade brandt als papier wordt ingevoerd.
Linker voorpaneel aan de onderkant
Open dit paneel om de tonerafvalfles te vervangen.
Aan/uit-schakelaar
Schakel deze schakelaar om als u het apparaat volledig wilt uitschakelen. De aan/uit-schakelaar moet bij normaal gebruik aan blijven. De schakelaar bevindt zich aan de binnenzijde van het linker voorpaneel. Voor meer informatie, zie Wat u beter wel en niet kunt doen.
Aanzicht vanaf de voor- en rechterkant

Waarschuwingslampje
ADF-verlengstuk
Trek dit verlengstuk uit om groot papier te ondersteunen.
Aanzicht vanaf de achter- en rechterkant

Ventilatieopening
De ventilatiegaten zorgen ervoor dat het apparaat niet overhit raakt.
Aardlekschakelaar
Beschermt gebruikers tegen elektrische schokken. Voor meer informatie over het controleren van de aardlekschakelaar, zie De aardlekschakelaars nakijken.
![]()
Als u een grote hoeveelheid afdruktaken uitvoert in een omgeving met een hoge temperatuur, is het mogelijk dat de afdruktaken worden onderbroken en de ventilatoren in het apparaat bij de ventilatieopeningen blijven draaien om het apparaat af te koelen.
De ventilator in het apparaat aan de ventilatieopeningen kan blijven draaien om het apparaat te koelen na een grote afdruktaak.