Hiermee kunt u een origineeltype selecteren dat geschikt is voor uw originelen.
Er zijn acht origineeltypen beschikbaar:
Tekst
Voor originelen die hoofdzakelijk tekst of afgedrukte karakters bevatten.
Foto
Voor foto's of afbeeldingen.
Tekst/foto
Voor originelen die zowel tekst als foto's of afbeeldingen bevatten.
Generatiekopie
Voor originelen die zijn gekopieerd. De kopieerafbeelding kan scherp en helder worden gereproduceerd.
Licht
Voor originelen die lichte, met potlood geschreven regels bevatten of voor vaag afgedrukte bladen.
Plattegrond
Voor originelen met een kaart/plattegrond.
Highlight pen
Voor originelen die met een markeerstift zijn gemarkeerd.
Donkere achtergrond
Wanneer u originelen met een donkere achtergrond kopieert, zoals gekleurde tabbladen (oranje, groen of blauw), kunt u de achtergrondkleur in drie niveaus verwijderen.
Wanneer u [Tekst/foto] of [Foto] selecteert, kunt u uit de volgende fototypes kiezen:
Glanzende foto: gebruik deze instelling als u ontwikkelde foto's kopieert
Gedrukte foto: gebruik deze instelling als u foto's of afbeeldingen kopieert die op papier zijn afgedrukt (bijv. in een tijdschrift)
Gekopieerde foto: Gebruik deze instelling als u kopieën of originelen kopieert die met een kleuren kopieerapparaat zijn gemaakt.
Druk op [Hulp bij origineeltypen] op het scherm [Overige] voor uitleg over de origineeltypen.
Selecteer het origineeltype.

![]()
Indien de grijze delen van uw kopieën niet regelmatig lijken, selecteert u [Tekst] of [Foto] voor een gelijkmatigere afdruk.
Om [Generatiekopie], [Licht], [Plattegrond] of [Highlight pen] te kunnen selecteren, moet u eerst [Overige] selecteren.
Als u [Donkere achtergrond] selecteert, dan wordt de automatische afbeeldingsdichtheid functie uitgeschakeld, maar de handmatige afbeeldingsdichtheid functie ingeschakeld.
U kunt de instellingen voor origineeltypen die worden weergegeven in het eerste scherm wijzigen onder [Alg. eigensch.] in Gebruikerstools. Voor meer informatie, zie Algemene toepassingen.
U kunt onder [Origineeltype weergeven] in Gebruikerstools instellen of u de toetsen voor het origineel in het beginscherm wilt weergeven. Voor meer informatie, zie Algemene toepassingen.
Om [Donkere achtergrond] weer te geven, dient u [Donkere achtergrond] op [Aan] te zetten en [Origineeltype weergeven] op [Verbergen] onder [Alg. eigensch.]. Druk vervolgens op [Type Origineel]. Voor meer informatie, zie Algemene toepassingen.