![]()
Gebruik het stapelkarretje voor het verplaatsen van papier uit de hoogvolume stapeleenheid. Gebruik het stapelkarretje nergens anders voor.
Probeer geen toegang tot de binnenkant van de hoogvolume stapeleenheid te krijgen.
De papierpers laat mogelijk een spoor achter op de papierstapel. Gebruik om dit te voorkomen een aantal vellen ongewenste papieren of een beschermingsvel tussen de papierpers en de papierstapel.
Open het paneel van het bedieningspaneel van de stapeleenheid en druk op de knop om de lade omlaag te brengen.

Druk om de uitvoerlade van de stapeleenheid die omlaag gaat te stoppen, opnieuw op de knop waarmee u de lade in beweging bracht.
Als de uitvoerlade van de stapeleenheid zich op het laagste punt bevindt, stopt het lampje dat aangeeft dat de lade verschoven wordt, met knipperen en blijft het branden.
Open het voorpaneel van de stapeleenheid.

Trek het stapelkarretje er voorzichtig uit.

Let op dat de papierstapel niet omvalt.
Leg de papierpers op de papierstapel.

Trek de hendel van de papierpers naar u toe.

Transporteer het papier naar de gewenste plaats en maak het stapelkarretje leeg.
Zet de drukpers weer in de oorspronkelijke stand terug.

Zet het stapelkarretje weer terug in de hoogvolume stapeleenheid.

Let erop dat u het stapelkarretje recht naar binnen duwt, niet onder een hoek.

Sluit het voorpaneel van de stapeleenheid.
De uitvoerlade van de stapeleenheid gaat automatisch omhoog en het waarschuwingslampje dat aangeeft dat de lade verschoven wordt, begint te knipperen. Als het waarschuwingslampje dat aangeeft dat de lade verschoven wordt, stopt met knipperen, bevindt de lade zich op het hoogste punt.
![]()
Zorg ervoor dat het stapelkarretje zich niet in de hoogvolume stapeleenheid bevindt voordat u de stapeleenheid verplaatst.