Koptekst overslaan
 

Aansluiten op de gigabit ethernetinterface

In dit gedeelte vindt u uitleg over hoe u de ethernet-interfacekabel op de gigabit ethernetpoort aansluit.

Als u een ethernet-interfacekabel gebruikt die 1000BASE-T ondersteunt, stelt u [Ethernetsnelheid] op [Aut.selct: 1Gbps insch.] in [Interface-instell.] in [Systeeminstellingen] in.

VOORZICHTIG


  • Goed afgeschermde en geaarde kabels en aansluitingen moeten voor aansluitingen met een host-computer (en/of randapparatuur) worden gebruikt om in overeenstemming te zijn met de uitstootlimiet.

Belangrijk

  • Als de hoofdstroomschakelaar ingeschakeld is, schakel deze dan uit.

  • Gebruik de volgende ethernetkabels.

    • Bij gebruik van 100BASE-TX/10BASE-T:

      Unshielded Twisted Pair-kabel (UTP) of Shielded Twisted Pair-kabel (STP) en Categorie type 5 of hoger

    • Bij gebruik van 1000BASE-T:

      Unshielded Twisted Pair-kabel (UTP) of Shielded Twisted Pair-kabel (STP) en Categorie type 5e of hoger

1Zorg ervoor dat de hoofdstroomschakelaar van het apparaat uit staat.

2Sluit de ethernet-interfacekabel aan op de gigabit ethernetpoort.

3Sluit het andere uiteinde van de ethernet-interfacekabel aan op een aansluitapparaat van het netwerk, bijvoorbeeld een hub.

4Schakel de hoofdschakelaar van het apparaat in.

Afbeelding van een gigabit ethernetpoort (illustratie met nummers en benoemingen)

  1. Indicatielampje (oranje)

    Wanneer 100BASE-TX of 1000BASE-T actief zijn, brandt het LED-lampje en is dit oranje.

  2. Indicatielampje (groen)

    Wanneer 10BASE-T of 1000BASE-T in gebruik is, brandt het LED-lampje en is dit groen van kleur.