Configureer eerst het DSM-systeem op de Windows-server.
Raadpleeg de helpfunctie van Windows Server voor de configuratieprocedure van DSM.
Druk op de [Home]-knop linksboven op het bedieningspaneel en druk op het pictogram [Scanner] op het [Home]-scherm.

Meld u met behulp van Windows-verificatie aan op het apparaat.
Zorg ervoor dat alle oude instellingen zijn gewist.
Druk op de Reset-knop als de instelling van de vorige gebruiker nog actief is.
Druk op [Best.lst. wijz.] om [DSM] te selecteren.

Plaats de originelen.
Indien nodig, specificeer de scaninstellingen aan de hand van het origineel dat gescand moet worden.
Om de scaninstellingen te wijzigen, vinkt u het selectievakje [Allow value override at scanner] (Waarde-overschrijving bij scanner toestaan) in wanneer u het apparaat op de Windows-server configureert.
Geef de bestemming op.
Druk op de [Start]-knop.
![]()
Distributed Scan Management wordt door de volgende Windows-besturingssystemen voor servers ondersteund: Windows Server 2008 R2 of later.
Er kunnen maximaal 100 bestemmingen in de lijst met bestemmingen van DSM worden weergegeven.
Registreer de bestemming op de Windows-server.
De programmeerfunctie kan niet worden gebruikt in combinatie met DSM.