Vorige
|
Wanneer u het apparaat hebt uitgeschakeld, wacht u enkele seconden voordat u het apparaat weer inschakelt.
Schakel de hoofdschakelaar uit en zorg ervoor dat het indicatielampje Aan/uit niet meer brandt voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Anders kunnen de harde schijf of het geheugen beschadigd raken, wat kan leiden tot storingen.
Zet het apparaat niet uit als het apparaat bezig is met een bewerking. De harde schijf of het geheugen kan hierdoor beschadigd raken, met een storing als gevolg.
Houd de hoofdstroomschakelaar niet naar beneden geduwd als de stroom uitgeschakeld wordt. Als u dit wel doet, wordt het apparaat geforceerd uitgeschakeld. Dit kan de harde schijf of het geheugen beschadigen en storingen veroorzaken.
Druk op de hoofdstroomschakelaar.
Het indicatielampje Aan/uit gaat uit.
Als u de hoofdstroomschakelaar uitzet als u de faxfunctie gebruikt, kunnen fax- en afdruktaken die in de wacht staan, worden geannuleerd en kunnen binnenkomende faxdocumenten niet worden ontvangen. Als u deze schakelaar om de een of andere reden uit moet zetten, moet u ervoor zorgen dat 100% wordt getoond als beschikbaar geheugen op het scherm voordat u de hoofdschakelaar uitzet of het netsnoer verwijdert. Faxbestanden in het geheugen worden twaalf uur nadat u de hoofdschakelaar heeft uitgezet of het netsnoer heeft verwijderd, gewist. Als er een bestand is gewist uit het geheugen, dan wordt er automatisch een Stroomstoringsrapport afgedrukt zodra de stroom weer wordt hersteld. Dit rapport kan worden gebruikt om verloren bestanden te identificeren. Zie Problemen oplossen voor meer informatie.
