Overzicht van alle apparaatonderdelen

Buitenkant: vooraanzicht

1. ADF

   Laat de ADF zakken over de originelen die op de glasplaat liggen.

   Als u een stapel originelen in de ADF plaatst, zal de AFD automatisch de originelen één voor één invoeren.

2. ADF-klep

   Open deze klep om originelen die zijn vastgelopen in de ADF te verwijderen.

3. Openingshendel ADF-klep

   Trek aan deze hendel om de ADF-klep te openen.

4. ADF-invoerlade

   Plaats hier stapeltjes originelen.

5. ADF-ladeverlengstuk

   Trek deze uit als u papier in de invoerlade voor de ADF plaatst dat groter dan A4 is.

6. Glasplaat

   Plaats originelen hier met de bedrukte zijde naar beneden.

7. Afdekklep van de glasplaat

   Open deze klep om originelen op de glasplaat te plaatsen.

8. ADF-uitvoerlade

   Originelen die gescand zijn met de ADF worden hier uitgevoerd.

9. ADF-papierstopper

   Trek de papierstopper uit om te voorkomen dat de originelen eraf vallen.

10. Bedieningspaneel

    Zie Namen en functies van het bedieningspaneel.

11. Ventilatiegaten

    De ventilatiegaten zorgen ervoor dat het apparaat niet overhit raakt.

12. Standaardlade

    Gekopieerd of afgedrukt papier en faxberichten worden hier afgeleverd.

13. Openingsknop voorpaneel

    Druk op deze knop om het voorpaneel te openen.

14. Geheugenklep

    De geheugeneenheid en de harde schijf worden aan de binnenkant geïnstalleerd. Open de geheugenklep niet.

15. Voorpaneel

    Open deze om toegang tot de binnenkant van het apparaat te krijgen en vastgelopen papier te verwijderen.

    U kunt via deze opening ook de tonercartridge vervangen.

16. Onderste papierlades (optie)

    Hier plaatst u het papier in.

    Voor meer informatie, zie Informatie over de verschillende apparaatopties.

17. Lade 1

    Hier plaatst u het papier in.

18. Hoofdstroomschakelaar

    Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet de hoofdstroomschakelaar ingeschakeld zijn. Indien de schakelaar uitgeschakeld is, zet u deze aan.

19. Openingshendel handinvoer

    Druk op deze hendel om de handinvoer te openen.

20. Papierstoppers

    Trek aan de papierstopper om te voorkomen dat het papier eraf valt.

21. Handinvoer

    Hiermee kunt u dik papier, OHP-transparanten, enveloppen en etiketten (klevende etiketten) kopiëren of erop afdrukken.

22. Verlengstuk voor de handinvoer

    Trek dit verlengstuk uit als u vellen van A4, 8¹/₂ × 11 of groter in de handinvoer plaatst.

23. Papiergeleiders

    Als u papier in de handinvoer plaatst, zorg er dan voor dat de papiergeleiders tegen het papier aan staan.

Buitenkant: achteraanzicht

1. Telefoonhoorngleuf (voornamelijk Noord-Amerika)

   Bevestig de haak voor de hoorn aan de gleuf.

2. Ventilatiegaten

   De ventilatiegaten zorgen ervoor dat het apparaat niet overhit raakt.

3. Voeding

   Sluit hier het netsnoer van het apparaat op aan. Steek het andere uiteinde in een stopcontact.

4. Openingshendel achterklep

   Trek aan deze hendel om de achterklep te openen.

5. Achterklep

   Open deze om toegang tot de binnenkant van het apparaat te krijgen en vastgelopen papier te verwijderen.

6. Gigabit ethernet-poort

   Gebruik een netwerkinterfacekabel om het apparaat op een netwerk aan te sluiten.

7. USB 2.0 [Type B]-poort

   Sluit het apparaat met behulp van een USB-kabel aan op de computer.

8. Beveiligingspunt

   Sluit een veiligheidskabel aan om diefstal te voorkomen.

9. USB-poort H (Poort die de servicemonteur kan gebruiken)

   Gebruik deze poort niet.

10. Ingang

    Optionele interfacekaarten kunnen worden geplaatst.

    Steek een optionele draadloze LAN-interfacekaart, apparaat voor het converteren van bestandsindelingen of IEEE 1284-interfacekaart in de sleuf.

11. Sleuven voor geheugenkaarten

    Optionele SD-kaarten kunnen worden geplaatst. Open de klep niet.

12. Externe telefoonaansluiting

    Deze poort dient voor het aansluiten van een externe telefoon.

13. G3-interfaceconnector

    Deze poort dient voor het aansluiten van een telefoonlijn.

14. USB-hostinterface

    Hierop kunt u externe apparaten zoals een kaartverificatieapparaat aansluiten.

    

    • De duplexfunctie werpt gedeeltelijk papier uit het apparaat zodat het papier kan worden gedraaid. Probeer het papier niet te verwijderen terwijl het wordt gedraaid door de duplexfunctie.

Binnenkant: vooraanzicht

1. Tonercartridge

   Trek de tonercartridge eruit en verwijder het vastgelopen papier.

   Er worden berichten op het scherm weergegeven als de tonercartridge moet worden vervangen of als een nieuwe moet worden voorbereid.

   Voor informatie over de berichten die op het scherm worden weergegeven als er verbruiksartikelen vervangen dienen te worden, raadpleegt u Onderhoud en specificaties.

   

   • Als u vastgelopen papier verwijdert, trek de tonercartridgde er dan met de drumeenheid uit. Als u alleen de tonercartridge wilt verwijderen, trek de hendel aan de rechterkant van de tonercartridge dan omlaag en trek de tonercartridge eruit.

2. Drumeenheid

   Er worden berichten op het scherm weergegeven als de drumeenheid moet worden vervangen of als een nieuwe moet worden voorbereid.

   Voor informatie over de berichten die op het scherm worden weergegeven als er verbruiksartikelen vervangen dienen te worden, raadpleegt u Onderhoud en specificaties.

Binnenkant: achteraanzicht

1. Fuseereenheid

   Trek de fuseereenheid eruit en verwijder het vastgelopen papier.

   Er worden berichten op het scherm weergegeven als de fuseereenheid moet worden vervangen of als een nieuwe moet worden voorbereid.

   Voor informatie over de berichten die op het scherm worden weergegeven als er verbruiksartikelen vervangen dienen te worden, raadpleegt u Onderhoud en specificaties.

   De fuseereenheid is inbegrepen in de Onderhoudskit.