Als er een fout plaatsvindt, annuleert het apparaat de onjuiste taak en taken die ontvangen werden voordat de fout plaatsvond.
![]()
Deze functie is niet effectief bij:
Afdrukken met RHPP
Spoolafdrukken is ingeschakeld
Printen met gebruik van een protocol dat het einde van taak niet kan waarnemen, zoals via een USB-aansluiting
Fouten die optreden tijdens het printen vanaf geheugenopslagapparaten, of met behulp van 'Geavanceerde eigenschappen', of bij het printen van een opgeslagen document of lijst
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

Druk op [Printereigensch.].
Druk op [Systeem].
Druk op [
].
Druk op [Foutieve afdr.taken aut annul].
Druk op [Aan].
Druk op [OK].
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
![]()
Voor informatie over de items die geconfigureerd kunnen worden, zie Systeem.