Toegang tot sommige instellingen voor gebruikerparameters vereist mogelijk bepaalde opties, of mogelijk moeten er vooraf andere instellingen worden gemaakt.
Het is raadzaam dat u een lijst met gebruikerparameters afdrukt en bewaart wanneer u een gebruikerparameter programmeert of wijzigt. Voor meer informatie over het afdrukken van de gebruikersparameterslijst, zie De gebruikersparameterlijst afdrukken.
![]()
Wijzig geen andere bitschakelaars dan die op de voorgaande pagina's worden getoond.
Druk op de [Gebruikersinstellingen]-knop en selecteer vervolgens de instellingen met [
] of [
].

Selecteer [Faxeigensch.]
Druk op de [OK]-knop.
Selecteer [Beheerdertools]
Druk op de [OK]-knop.
Selecteer [Parameterinstelling]
Druk op de [OK]-knop.
Selecteer [Parameterinstelling]
Druk op de [OK]-knop.
Selecteer het schakelaarnummer dat u wilt wijzigen
Druk op de [OK]-knop.
Druk op de cijfertoets van het bitnummer dat u wilt wijzigen
Druk op de [OK]-knop.
Elke keer dat u op de cijfertoets drukt, verandert de huidige waarde van 1 in 0 of andersom.
Herhaal stap 6 om een ander bitnummer te wijzigen voor dezelfde schakelaar.
Herhaal stap 5 t/m 7 om de schakelaarinstellingen te wijzigen.