U kunt de documenten die dit apparaat ontvangt naar een geregistreerde ontvanger doorsturen.
Er kan een faxnummer als doorstuurbestemming worden opgegeven.
![]()
U moet eerst het adres waarnaar u de documenten wilt laten doorsturen in het adresboek registreren. Zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie.
Om deze functie te gebruiken, stelt u [Doorzenden] in [Beheerdertools] onder [Faxeigensch.] in op [Aan].
De doorstuurfunctie stuurt geen ontvangen documenten door met Geheugenbeveiliging.
![]()
Als het doorsturen mislukt, drukt het apparaat een communicatieresultaatrapport en het ontvangen document af. Vervolgens wordt het ontvangen document verwijderd.