Probleem |
Oorzaak |
Oplossing |
|---|---|---|
Het afdrukken start niet. |
Het apparaat staat uit. |
Voor informatie over het aanzetten van de hoofdstroomschakelaar, zie Het apparaat aan-/uitzetten. |
Het afdrukken start niet. |
De oorzaak wordt weergegeven op het scherm van het bedieningspaneel. |
Controleer de foutmelding of de status van de waarschuwing op het display en onderneem de vereiste actie. Voor meer informatie over oplossingen, zie Als er berichten worden weergegeven. |
Het afdrukken start niet. |
De interfacekabel is niet correct aangesloten. |
Voor meer informatie over de interfacekabel op de juiste manier aan te sluiten, zie De printer aansluiten. |
Het afdrukken start niet. |
Er is geen juiste interfacekabel gebruikt. |
Het type interfacekabel dat u moet gebruiken, is afhankelijk van de computer die u gebruikt. Zorg dat u de juiste interfacekabel gebruikt. Als de kabel is beschadigd of versleten is, moet u deze vervangen. Voor meer informatie over de interfacekabel, zie De printer aansluiten. |
Het afdrukken start niet. |
De interfacekabel is aangesloten nadat de printer is ingeschakeld. |
Sluit de interfacekabel aan voordat de hoofdschakelaar is ingeschakeld. |
[Lijst- / Proefafdruk] werkt niet. |
Er kan een mechanische fout zijn opgetreden. |
Neem contact op met uw onderhoudsvertegenwoordiger voor een afspraak. |
Als het afdrukken niet begint, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.