Koptekst overslaan
 

Beveiligingsopties

Hier worden de instellingen beschreven die gedaan kunnen worden in [Beveiligingsopties].

Uitgebreide beveiliging

Geef op of u de uitgebreide beveiligingsfuncties wilt gebruiken of niet. Voor meer informatie over de uitgebreide beveiligingsfuncties, zie de Veiligheidshandleiding.

Service Modusbeveiliging

U kunt opgeven of u het inschakelen van de servicemodus wilt toestaan. Deze instelling verschijnt alleen wanneer de gebruiker is ingelogd als apparaatbeheerder.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Aan

  • Uit

Firmware-versie

U kunt de firmwareversie van de printer hier bekijken.

Niveau netwerkbeveiliging

U kunt het beveiligingsniveau van het netwerk instellen.

Standaardinstelling: [Niveau 0]

  • Niveau 0

  • Niveau 1

  • Niveau 2

  • FIPS 140

Geh.inst. Autom.verw.

U kunt instellen of het geheugen automatisch gewist moet worden. Indien ingesteld op [Aan] geef dan de overschrijvingstijden weer. Selecteer [Willekeurige nummers] om het aantal geheugenoverschrijvingen op te geven. Deze instelling wordt alleen weergegeven als de optionele harde schijf is geïnstalleerd.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Aan

    HDDwis

    • NSA

    • DoD

    • Willekeurige nummers

      Aantal te wissen:: Tussen 1 en 9

  • Uit

Het geheugen wissen

U kunt alle gegevens in het geheugen wissen. Geef bij het wissen van geheugen ook de overschrijftijden op. Selecteer [Willekeurige nummers] om het aantal geheugenoverschrijvingen op te geven. Deze instelling wordt alleen weergegeven als de optionele harde schijf is geïnstalleerd.

Standaardinstelling: [Willekeurige cijfers]

HDDwis

  • NSA

  • DoD

  • Willekeurige nummers

    Aantal te wissen:: Tussen 1 en 9

Verif.man.uitbr.

Zie de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over deze functie.

Inst. Overdr.logb.

U kunt instellen of logboekinformatie naar de logboekverzameling-server verzonden wordt.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Aan (Alleen beschikbaar van de server voor verzameling van logs)

  • Uit

Gegevenscodering apparaat

U kunt gegevens die op de harde schijf staan coderen. Selecteer de gegevens die moeten worden overgezet op de harde schijf en niet gereset moeten worden.

  • Alle geg. format.

  • CarryOver FileSys DataOnly

  • Carry Over All Data

Logboeken verzamelen

U kunt opgeven of er wel of niet taaklogboeken, toegangslogboeken en milieuvriendelijke logboeken moeten worden verzameld.

Standaardinstelling: [Inactief]

  • Takenlogboek

  • Toegangslogboek

  • Milieuvriendelijke logboeken

Opmerking

  • Voor meer informatie, zie de Veiligheidshandleiding.