U kunt ook pictogrammen controleren van functies en softwaretoepassingen die u uit het [Home-scherm heeft verwijderd.
![]()
Namen van snelkoppelingen van maximaal 32 karakters kunnen in een standaard scherm worden weergegeven.
U kunt tot 72 pictogrammen voor functies en snelkoppelingen registreren. Verwijder pictogrammen die u niet meer nodig heeft wanneer de limiet is bereikt. Voor meer informatie, zie Een pictogram van het [Home]-scherm verwijderen.
U kunt de positie van pictogrammen wijzigen. Voor meer informatie, zie De volgorde van de pictogrammen in het [Home]-scherm wijzigen.
In de volgende procedure wordt een snelkoppeling naar een ingesloten softwaretoepassing in het [Home]-scherm geregistreerd.
Web Image Monitor gebruiken
Log in op Web Image Monitor als beheerder.
Voor meer informatie, zie De startpagina weergeven.
Ga naar [Apparaatbeheer] en klik vervolgens op [Home-scherm van apparaat beheren].
Klik op [Pictogrammen bewerken].
Ga naar [+Het pictogram kan toegevoegd worden. ] van de positie die u wilt toevoegen en klik vervolgens op [+Toevoegen].
Selecteer het functie- of snelkoppelingspictogram dat u wilt toevoegen.
Klik vier keer op [OK].
Gebruikersinstellingen gebruiken
Druk op de toets [User Tools] en selecteer het pictogram dat u wilt toevoegen.
[Home bewerken] |
Geef de positie aan waar het geselecteerde pictogram wordt toegevoegd.
[Bestemm. select.] |
![]()
Druk op
in de rechterbovenhoek van het [Bestemm. select.]-scherm om de positie in de eenvoudige weergave te controleren.