Als u het apparaat voor de eerste keer aanzet, wordt er een scherm weergegeven waarin de taal, datum en tijd kunnen worden ingesteld. Selecteer de taal, datum en tijd voor de omgeving waarin u dit apparaat wilt gebruiken.
![]()
Het is ook mogelijk om de taal, datum en tijd vanuit het scherm Configuratiemenu op te geven. Voor informatie over hoe u deze items vanuit Configuratiemenu kunt opgeven, zie Configuratie van taal en tijdzone.
Druk op de [Power]-toets/
.

Nadat het opstartscherm is weergegeven, wordt het dialoogvenster weergegeven waarin de taal kan worden geselecteerd.
Druk op de pijltjestoetsen ([
] [
] [
] [
]) om de taal te selecteren en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
Druk op de [Enter]-toets.
Druk op de [Enter]-toets om de lijst weer te geven.
Druk op [
] of [
] om de taal te selecteren en druk vervolgens op de [Enter]-toets.
Selecteer de taal om de indeling van de datum en tijd op te geven.
Druk op [
] of [
] om de indeling te selecteren en druk vervolgens op de [Enter]-toets.
Druk op [
] om [Volgende] te selecteren en druk vervolgens op de [Enter]-toets.
Druk op de [Enter]-toets om de lijst weer te geven.
Druk op de pijltjestoetsen ([
] [
] [
] [
]) om de regio te selecteren en druk vervolgens op de [Enter]-toets.
Druk op [
] of [
] om de tijdzone te selecteren en druk vervolgens op de [Enter]-toets.
Druk op de [Enter]-toets.
Controleer of de instellingen juist zijn en druk vervolgens op de [Enter]-toets.