Bedieningspaneel

[Push]-knop

Met deze knop kunt u de camera uitklappen.

Zoomknoppen ([Zoom] [Zoom]-knop)

Wordt gebruikt om met de camera van het apparaat in of uit te zoomen.

Uit-knop van de camera

Hiermee schakelt u het display van de camera van het apparaat uit.

Aan/uit-indicatielampje

Dit lampje brandt als het apparaat aan staat.

Dit lampje knippert als het apparaat aan het opstarten of aan het afsluiten is.

[Power]-toets /

U kunt deze knop gebruiken om het apparaat aan en uit te zetten.

[Disconnect]-toets /

Met deze knop kunt u een vergadering verlaten en de verbinding verbreken.

[Enter]-toets

Gebruik deze knop om het menu, de instelling of een ingestelde waarde die met de cursortoetsen geselecteerd is, te activeren.

Deze knop wordt ook gebruikt om verbinding te maken met een vergadering en om een vergadering te verlaten.

Knoppen voor het instellen van het geluidsvolume ([] []-knop)

Deze knoppen kunt u gebruiken om het luidsprekervolume aan te passen.

Cursortoetsen ([] [] [] [])

Hiermee kunt u een menu, dialoog of instelling selecteren.

Deze toetsen worden ook gebruikt om over te stappen op andere schermlay-outs tijdens een vergadering.

[Menu]-toets /

Gebruik deze knop om het Menu-scherm weer te geven.

Geluid dempen-toets

Gebruik deze knop om de geluidsinvoer van het apparaat tijdelijk uit te schakelen.

Indicatielampje geluid dempen

Dit lampje knippert als de Geluid dempen-toets is gebruikt om de microfoon uit te schakelen.