Koptekst overslaan
 

Beheerders registreren en wijzigen

Als beheerdersverificatie is opgegeven, raden wij u aan elke beheerdersrol door slechts één persoon te laten invullen.

Als beheerderstaken worden gedeeld, verloopt elke beheerderstaak vlotter en worden tegelijkertijd onbevoegde beheerdersbewerkingen voorkomen. U kunt maximaal 4 log-in gebruikersnamen registreren (beheerder 1 t/m 4) waaraan u beheerdersrechten kunt toewijzen.

Privileges van een beheerder kunnen alleen worden gewijzigd door een beheerder met de relevante privileges.

Zorg ervoor dat u alle beheerdersrechten toewijst, zodat elk beheerdersrecht aan ten minste één beheerder is gekoppeld.

Voor informatie over het in- en uitloggen met beheerdersverificatie, zie Log-inmethode voor beheerder en Uitlogmethode voor beheerder.

1Log in als beheerder via het bedieningspaneel.

2Druk op [Systeeminstellingen].

3Druk op [Beheerdertoepassingen].

4Druk op [Pijl-omlaagVolg.].

5Druk op [Beheerder programmeren/wijzigen].

Schermafbeelding bedieningspaneel

6Druk in de regel van de beheerder waarvoor u de bevoegdheden wilt instellen op [Beheerder 1], [Beheerder 2], [Beheerder 3] of [Beheerder 4] en druk vervolgens op [Wijzigen].

Schermafbeelding bedieningspaneel

Wanneer u de rechten van de beheerder een voor een aan één persoon wilt toekennen, selecteert u één beheerder onder elke categorie, zoals hieronder wordt geïllustreerd.

Schermafbeelding bedieningspaneel

Om meerdere beheerdersrechten te combineren, wijst u meerdere beheerdersrechten toe aan één beheerder.

Als u bijvoorbeeld de rechten van een apparaatbeheerder en de rechten van een gebruikersbeheerder wilt toekennen aan [Beheerder 1], drukt u op [Beheerder 1] in de regels voor de apparaatbeheerder en de gebruikersbeheerder.

7Druk op [Wijzigen] voor "Log-in gebruikersnaam".

8Voer de log-in gebruikersnaam in en klik vervolgens op [OK].

9Druk op [Wijzigen] voor "Log-in wachtwoord".

10Geef het log-in wachtwoord op en druk op [OK].

Volg het wachtwoordbeleid voor een nog sterker log-in wachtwoord.

Voor meer informatie over het wachtwoordbeleid en hoe dit bepaald wordt, zie Opgeven van de Uitgebreide beveiligingsfuncties.

11Voer het log-in wachtwoord opnieuw in om het te bevestigen en druk vervolgens op [OK].

12Druk op [Wijzigen] voor "Gecodeerd wachtwoord".

13Geef het gecodeerde wachtwoord op en druk op [OK].

14Voer het gecodeerde wachtwoord opnieuw in om het te bevestigen en druk vervolgens op [OK].

15Druk twee keer op [OK].

U wordt automatisch uitgelogd.

Opmerking