Koptekst overslaan
 

Basisprocedure voor het opslaan van scanbestanden

Belangrijk

  • U kunt elk opgeslagen bestand beveiligen met een wachtwoord. Het wordt aanbevolen om opgeslagen bestanden te beveiligen tegen onbevoegde toegang met behulp van een wachtwoord.

  • Een gescand bestand opgeslagen in het apparaat kan verloren gaan als er zich een storing voordoet. We raden u aan de harde schijf niet te gebruiken voor het bewaren van belangrijke bestanden. De leverancier is niet verantwoordelijk voor mogelijk opgelopen schade ten gevolge van verloren bestanden.

1Hiermee kunt u het beginscherm van de scanner openen.

  • Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel

    Druk op de [Home]-knop linksboven op het bedieningspaneel en druk op het pictogram [Scanner] op het [Home]-scherm.

    Afbeelding van Home-knop

  • Bij het gebruik van het Smart Operation Panel

    Druk op de [Home]-knop links boven in het bedieningspaneel. Veeg het scherm naar rechts en druk op het [Scanner]-pictogram op Home-scherm 4.

2Zorg ervoor dat alle oude instellingen zijn gewist.

Druk op de [Reset]-knop als de instelling van de vorige gebruiker nog actief is.

3Plaats de originelen.

4Druk op [Best. opsl.].

Schermafbeelding bedieningspaneel

5Druk op [Opslaan op HDD].

6Indien nodig kunt u de gegevens van het opgeslagen bestand opgeven zoals [Gebruikersnaam], [Bestandsnaam], [Wachtwoord] en [Map selecteren].

  • Gebruikersnaam

    Druk op [Gebruikersnaam] en selecteer een gebruikersnaam. Als u een niet-geregistreerde gebruikersnaam wilt opgeven, drukt u op [Handm. invoer] en voert u vervolgens de naam in. Druk nadat u een gebruikersnaam hebt opgegeven op [OK].

  • Bestandsnaam

    Druk op [Bestandsnaam], voer een bestandsnaam in en druk vervolgens op [OK].

  • Wachtwoord

    Druk op [Wachtwoord], voer een wachtwoord in en druk op [OK]. Voer het wachtwoord opnieuw in om het te bevestigen en druk vervolgens op [OK].

  • Map selecteren

    Geef de map op waarin u de opgeslagen bestanden wilt opslaan.

7Druk op [OK].

8Druk indien nodig op [Scaninstellingen] om scannerinstellingen, zoals resolutie en scangrootte, op te geven.

Voor meer informatie, zie Verschillende scaninstellingen.

9Druk op de [Start]-knop.

Opmerking

  • Opgeslagen bestanden worden na een specifieke periode verwijderd. Voor nadere informatie over het opgeven van de periode, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

  • Bestanden die onder de scannerfunctie worden opgeslagen, kunnen niet via het bedieningspaneel van het apparaat worden afgedrukt. Druk de bestanden van een clientcomputer af nadat u deze heeft ontvangen op de computer.

  • U kunt een bestand ook gelijktijdig opslaan en verzenden. Zie voor details Gelijktijdig opslaan en verzenden per e-mail en Tegelijkertijd opslaan en verzenden via Scannen naar map.

  • Voor meer informatie over het opslaan van gegevens op een USB-geheugenapparaat of SD-kaart, raadpleegt u Basisprocedure voor het opslaan van scanbestanden op een geheugenopslagapparaat.

  • Als u op [Opslaan op HDD + Verz.] drukt, kunt u gelijktijdig scanbestanden opslaan en verzenden. Zie voor details Gelijktijdig opslaan en verzenden per e-mail en Tegelijkertijd opslaan en verzenden via Scannen naar map.

  • Alleen [Opslaan op geheugenapp.] is beschikbaar in [Bestand opslaan] wanneer:

    • Als [Voorvertoning] is geselecteerd.

    • PDF geselecteerd is als het bestandstype en [Beveiliging] is ingesteld in de PDF-bestandsinstelling.

  • U kunt [Opslaan op HDD] niet gebruiken als:

    • Een bestemming is opgegeven;

    • [Voorvertoning] is geselecteerd.

  • Druk op de [Stop]-toets om het scannen te annuleren. Controleer de informatie die in elk dialoogvenster wordt weergegeven en druk op een willekeurige knop.

  • De bestandsinformatievelden worden automatisch gewist nadat de scanbestanden zijn opgeslagen. Neem contact op met de dichtstbijzijnde dealer als u de informatie in deze velden wilt bewaren.