Bevestig de naam van de computer en de naam van de gebruiker voor de computer waar u de gescande documenten naar toe wilt sturen. Schrijf de bevestigde gegevens op.
Klik in het Apple-menu op [About this Mac].
Het [About this Mac] venster verschijnt.
Klik op [More Info...].
Het informatiescherm van de computer wordt weergegeven.
Selecteer [Software] in [Contents] en bevestig de naam van de computer en de gebruikersnaam in "System Software Overview".
De naam van de computer wordt weergegeven onder [Computer Name].
De naam van de gebruiker wordt weergegeven onder [User Name].
U kunt misschien ook, afhankelijk van het besturingssysteem of beveiligingsinstellingen, een gebruikersnaam opgeven waar geen wachtwoord aan toegewezen is. Wij raden u echter aan om een gebruikersnaam met wachtwoord te selecteren.
Om het IP-adres bevestigen: klik in het Apple-menu op [System Preferences] en klik dan op [Network] in het venster System Preferences. Klik vervolgens op [Ethernet]. Het weergegeven adres in het IP-adresveld is het IP-adres van de computer.