Dit apparaat gebruikt de faxfunctie voor het verzenden van gescande documenten via het netwerk naar computers.
Geef het pad naar de bestemmingsmap op.
Als u naar een map wilt verzenden, moet u eerst het pad naar de map registreren in het Adresboek. Vervolgens selecteert u SMB, FTP of NCP als verzendprotocol (communicatieprotocol).
Bij het verzenden naar mapbestemmingen kunt u PDF, TIFF of PDF/A selecteren als bestandstype van het document dat u verzendt.
Als u tegelijkertijd een bestemmingsfaxnummer (van het faxapparaat van een andere partij) en een bestemmingsmap op uw computer opgeeft, kunt u het verzonden document op uw computer bekijken.
(voornamelijk in Europa en Aziƫ)
Zie Snel aan de slag voor meer informatie over de optionele modules die voor deze functie zijn vereist.
Afbeeldingen in zwart-wit worden op dezelfde manier verzonden als standaard faxverzendingen.