Open uw internetbrowser.
Typ "http://(IP-adres of hostnaam van het apparaat)/" in de adresbalk om toegang te krijgen tot de printer waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
De bovenste pagina van Web Image Monitor verschijnt.
Klik op [Inloggen].
Het dialoogvenster voor het opgeven van uw gebruikersnaam en wachtwoord wordt weergegeven.
Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op [Inloggen].
Neem contact op met de beheerder voor meer informatie over de instellingen.
Afhankelijk van de configuratie in uw internetbrowser kunt u de gebruikersnaam en het wachtwoord mogelijk opslaan. Als u dat niet wilt, configureert u uw internetbrowser zodanig dat deze informatie niet wordt opgeslagen.
Klik in het menu [Apparaatbeheer] op [Configuratie].
Klik op [Virtuele printerinstellingen] onder "Printer".
Klik op [Toevoegen].
Voer bij "Virtuele printernaam" een naam in voor de nieuwe printer en selecteer vervolgens het protocol in de "Protocol"-lijst.
Voor Virtuele Printer zijn de volgende protocollen beschikbaar: [TCP/IP (Niet gespecificeerd, Normaal)], [TCP/IP (Niet gespecificeerd, Prioriteit)], [TCP/IP (RHPP)], [TCP/IP (DIPRINT)] en [NetWare].
Als u [TCP/IP (DIPRINT)] of [NetWare] in de lijst "Protocol" selecteert, kunt u geen virtuele printernaam opgeven.
Klik op [OK].
Klik op [Uitloggen].
Sluit Web Image Monitor af.
![]()
U kunt een virtuele printernaam opgeven met maximaal 48 tekens.
U kunt tot 50 virtuele printers toevoegen.