Gebruik de volgende procedure om de codering van logboeken in- of uit te schakelen.
Om logboekgegevens te coderen is het noodzakelijk om de verzamelinstelling voor het takenlogboek, toegangslogboek en/of milieuvriendelijke logboek te configureren.
Indien de gegevens die zijn opgeslagen op het apparaat gecodeerd zijn, worden de logboekbestanden alsnog gecodeerd, ongeacht deze instelling.
Log in als de apparaatbeheerder via Web Image Monitor.
Ga naar [Apparaatbeheer] en klik vervolgens op [Configuratie].
Klik op [Logboeken] onder "Apparaatinstellingen".
Selecteer [Actief] in het gedeelte [Logboeken coderen] onder "Algemene instellingen voor alle logboeken".
Om de codering van logboeken uit te schakelen, selecteert u [Inactief].
Klik op [OK].
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
Klik op [OK].
Log uit.