Koptekst overslaan
 

Gebruikersinformatie op papier afdrukken

De begintijd van de afdruktaak, de gegevens van de persoon die afdrukt (naam of gebruikersnaam), het apparaatnummer en het IP-adres van het apparaat kunnen verplicht worden ingesloten op de afgedrukte vellen. Deze functie heet verplichte veiligheidsstempel.

Door altijd de gegevens af te drukken van de persoon die afdrukt, kan het lekken van informatie ontmoedigd worden. Het kan ook worden gebruikt om de bron van gegevenslekken te identificeren.

De verplichte veiligheidsstempel kan worden gebruikt met de kopieer-, documentserver, fax- en afdrukfunctie.

1Log in als apparaatbeheerder via het bedieningspaneel.

2Druk op [Systeeminstellingen].

3Druk op [Beheerdertoepassingen].

4Druk 4 keer op [Pijl-omlaagVolg.].

5Selecteer de functie(s) voor de verplichte veiligheidsstempel.

  • Om de verplichte veiligheidsstempel in te stellen voor de kopieerfunctie, drukt u op [Verpl. Veiligh.stempel: Kop.app.].

  • Om de verplichte veiligheidsstempel in te stellen voor de Document Server, drukt u op [Verpl. veiligh.stempel: Doc.server].

  • Om de verplichte veiligheidsstempel in te stellen voor de faxfunctie, drukt u op [Verplichte veiligheidsstempel: Fax].

  • Om de verplichte veiligheidsstempel in te stellen voor de printerfunctie, drukt u op [Verplichte veiligheidsstempel: Printer].

6Druk op [Aan] en selecteer dan de gegevens die gestempeld dienen te worden.

Om de verplichte veiligheidsstempel uit te schakelen, drukt u op [Uit].

Schermafbeelding bedieningspaneel

  • Datum/Tijd

    De begintijd van de taak wordt afgedrukt.

  • Afdruk gebruikersnaam

    Deze worden afgedrukt als gebruikersverificatie is ingeschakeld.

    • Gebr.naam stempelen

      De "Naam" in de "Namen" in het adresboek wordt afgedrukt.

    • Log-in gebr.naam stemp.

      De gebruikerscode of log-in gebruikersnaam in "Verif. info" in het Adresboek wordt afgedrukt.

  • Apparaat-ID

    Het nummer van het "Serienummer apparaat" in de [Informatie] wordt afgedrukt.

  • IP-adres apparaat

    Het IP-adres van het apparaat wordt afgedrukt. Als er zowel IPv4- als IPv6-adressen zijn, wordt het IPv4-adres afgedrukt. Als er geen IP-adres is geconfigureerd, wordt dit leeg gelaten.

7Druk op [Wijzigen] voor "Stempelpositie aanpassen".

8Stel de positie van de stempel in.

Wanneer u op dun papier afdrukt, stelt u beide marges in op 6 mm (0,3 inch) of meer. Als een van beide marges op 5 mm (0,2 inch) of minder is ingesteld, is het mogelijk dat gedeeltes van de tekst niet worden afgedrukt.

Schermafbeelding bedieningspaneel

9Druk twee keer op [OK].

10Log uit.