U kunt het apparaatcertificaat maken met Web Image Monitor. Zie de Help-functie van Web Image Monitor voor meer informatie over de weergegeven en te selecteren items.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een apparaatcertificaat dat is uitgegeven door een certificeringsinstantie kunt gebruiken.
Log via Web Image Monitor in als de netwerkbeheerder.
Ga naar [Apparaatbeheer] en klik vervolgens op [Configuratie].
Klik op [Apparaatcertificaat] onder "Beveiliging".
Selecteer het rondje naast het nummer van het certificaat dat u wilt maken.
Om SSL/TLS te gebruiken, selecteert u [Certificaat 1]. Om een ander protocol te gebruiken, selecteert u het certificaatnummer dat u wilt gebruiken.
Klik op [Verzoek].
Configureer de benodigde instellingen.
Klik op [OK].
De instelling is gewijzigd.
Klik op [OK].
"Verzoeken" wordt weergegeven voor "Status certificaat".
Log uit.
Vraag het apparaatcertificaat aan bij de certificeringsinstantie.
Op welke manier het certificaat moet worden toegepast nadat u dit heeft gemaakt, hangt af van de betreffende certificeringsinstantie. Neem contact op met de certificaatinstantie voor meer informatie.
Voor de toepassing, klikt u op het pictogram Web Image Monitor Details en gebruikt u de informatie die in "Certificaatdetails" verschijnt.
Als u twee certificaten tegelijk aanvraagt, wordt de certificeringsinstantie wellicht niet weergegeven. Als u een certificaat installeert, moet u de certificaatbestemming en de installatieprocedure goed controleren.
U kunt Web Image Monitor gebruiken voor het aanmaken van het apparaatcertificaat, maar niet voor aanvragen van het certificaat bij een certificaatinstelling.
Klik op [Annuleer verzoek] om het verzoek voor het apparaatcertificaat te annuleren.