Dit gedeelte geeft de aanbevolen papierformaten en -typen.
![]()
Als u gekruld papier gebruikt, omdat het te droog of te vochtig is, kan er een papierstoring optreden.
Gebruik geen papier dat bedoeld is voor een inkjetprinter, omdat het aan de fuseereenheid kan blijven plakken en een papierstoring kan veroorzaken.
Wanneer u overheadsheets plaatst, controleer de voor- en achterkant van de vellen en plaatst u ze correct. Anders kan er een storing ontstaan.
Lade 1
Papiertype en -gewicht |
Papierformaat |
Papiercapaciteit |
|---|---|---|
52 – 220 g/m2 (14 lb. bankpost – 80 lb. voorblad) Dun papier – Dik papier 3 |
Papierformaten die automatisch kunnen worden bepaald:
A4
A4 |
550 vellen |
52 – 220 g/m2 (14 lb. bankpost – 80 lb. voorblad) Dun papier – Dik papier 3 |
Kies het papierformaat uit het menu Lade papierinstellingen:
B5 JIS
A5 |
550 vellen |
52 – 220 g/m2 (14 lb. bankpost – 80 lb. voorblad) Dun papier – Dik papier 3 |
Aangepast formaat:
Verticaal: 98,0 - 216,0 mm Horizontaal: 148,0 – 297,0 mm
Verticaal: 3,86 - 8,50 inch Horizontaal: 5,83 – 11,69 inch |
550 vellen |
Enveloppen |
Kies het papierformaat uit het menu Lade papierinstellingen: 41/8 × 91/2 |
*1 |
*1 Papier kan worden opgestapeld tot een stapel van maximaal ongeveer 15 mm (0,6 inch).
Lade 2-4
Papiertype en -gewicht |
Papierformaat |
Papiercapaciteit |
|---|---|---|
52 – 220 g/m2 (14 lb. bankpost – 80 lb. voorblad) Dun papier – Dik papier 3 |
Papierformaten die automatisch kunnen worden bepaald:
A4
A4 |
550 vellen |
52 – 220 g/m2 (14 lb. bankpost – 80 lb. voorblad) Dun papier – Dik papier 3 |
Kies het papierformaat uit het menu Lade papierinstellingen:
B5 JIS
A5 |
550 vellen |
52 – 220 g/m2 (14 lb. bankpost – 80 lb. voorblad) Dun papier – Dik papier 3 |
Aangepast formaat:
Verticaal: 98,0 - 216,0 mm Horizontaal: 148,0 – 355,6 mm
Verticaal: 3,86 - 8,50 inch Horizontaal: 5,83 – 14,00 inch |
550 vellen |
Enveloppen |
Kies het papierformaat uit het menu Lade papierinstellingen: 41/8 × 91/2 |
*1 |
*1 Papier kan worden opgestapeld tot een stapel van maximaal ongeveer 15 mm (0,6 inch).
Handinvoer
Papiertype en -gewicht |
Papierformaat |
Papiercapaciteit |
|---|---|---|
52 – 256 g/m2 (14 lb. bankpost – 140 lb. Index) Dun papier – Dik papier 4 |
Papierformaten die automatisch kunnen worden bepaald:
A4
81/2 × 11 |
100 vellen |
52 – 256 g/m2 (14 lb. bankpost – 140 lb. Index) Dun papier – Dik papier 4 |
*1
B5 JIS
A4 |
100 vellen |
52 – 256 g/m2 (14 lb. bankpost – 140 lb. Index) Dun papier – Dik papier 4 |
Aangepast formaat *2
Verticaal: 70,0 - 216,0 mm Horizontaal: 127,0 - 600,0 mm *3*4
Verticaal: 2,76 - 8,50 inch Horizontaal: 5,00 - 23,62 inch *3*4 |
100 vellen |
OHP-transparanten |
A4 |
*5 |
Etikettenpapier (zelfklevende etiketten) |
A4 |
1 vel |
Enveloppen |
*1 41/8 × 91/2 |
*5*6 |
*1 Selecteer het papierformaat. Raadpleeg Kopiëren / Document Server voor de kopieermodus. Raadpleeg voor de printermodus Normale formaten instellen via het bedieningspaneel.
*2 Voer het papierformaat in. Raadpleeg Kopiëren / Document Server voor de kopieermodus. Raadpleeg voor de printermodus Papier met afwijkende afmetingen instellen via het bedieningspaneel.
*3 Om papier in de handinvoer te plaatsen en het af te leveren in de juiste lade, moet de horizontale lengte van het papier 148,0 tot 355,6 mm (5,83 tot 14,00 inch) zijn.
*4 In de kopieer- of Documentserver modus is de maximale horizontale lengte van het aangepaste formaat 355,6 mm (14,00 inch).
*5 Er kunnen ongeveer 100 vellen (10 mm/0,4 inch) in de lade worden geplaatst.
*6 Duw de stapel enveloppen niet naar beneden wanneer u controleert of de stapel de maximale hoogte overschrijdt.
Papierdikte
Papierdikte*1 |
Papiergewicht |
|---|---|
Dun papier *2 |
52-60 g/m2 (14-16 lb. bankpost) |
Normaal papier 1 |
61-80 g/m2 (16-20 lb. bankpost) |
Normaal papier 2 |
81-90 g/m2 (20-24 lb. bankpost) |
Medium dik |
91-105 g/m2 (24-28 lb. bankpost) |
Dik papier 1 |
106-130 g/m2 (28-35 lb. bankpost) |
Dik papier 2 |
131-163 g/m2 (35 lb bankpost - 90 lb. index) |
Dik papier 3 |
164 - 220 g/m2 (90 lb. index - 80 lb. voorblad) |
Dik papier 4 |
221-256 g/m2 (80 lb. voorblad - 140 lb. index) |
*1 De afdrukkwaliteit neemt af als het door u gebruikte papier dicht bij het minimale of maximale gewicht ligt. Wijzig de instelling voor het papiergewicht in dunner of dikker.
*2 Afhankelijk van het type dun papier kunnen de randen gaan kreukelen of kan het papier verkeerd worden ingevoerd.
![]()
Bepaalde papiertypen, zoals OHP-transparanten, kunnen wat meer geluid bij het bedrukken veroorzaken dan normaal. Dit geluid wijst niet op een probleem en heeft geen invloed op de afdrukkwaliteit.
De papiercapaciteit in de bovenstaande tabellen dient als voorbeeld. De werkelijke papiercapaciteit kan lager zijn, afhankelijk van het papiertype.
Zorg er bij het plaatsen van papier voor dat de stapelhoogte niet boven het limietteken op de papierlade uitkomt.
Als invoer van meerdere vellen plaatsvindt, waaiert u de vellen grondig of plaatst u de vellen een voor een.
Strijk gekrulde vellen glad voordat u ze plaatst.
De kopieer-/afdruksnelheid kan lager dan gewoonlijk liggen afhankelijk van het papierformaat en -type.
Bij het plaatsen van dik papier van 106 – 256 g/m2 (28 lb. bankpost – 140 lb. index), zie Dik papier.
Zie bij het plaatsen van enveloppen Enveloppen.
Wanneer u op briefpapier kopieert of afdrukt, is de richting waarin u het papier plaatst afhankelijk van de functie die u gebruikt. Voor meer informatie, zie Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier plaatsen.
Wanneer u papier van hetzelfde formaat en type in twee of meer lades plaatst, gebruikt het apparaat automatisch een van de lades waarvoor [Ja] is ingesteld bij [Auto Pap.selectie toep.] als het papier in de eerst gebruikte lade op is. Deze functie wordt Automatische ladewisseling genoemd. Deze functie zorgt ervoor dat u een kopieersessie niet hoeft te onderbreken voor het aanvullen van papier tijdens het maken van een groot aantal kopieën. U kunt het papiertype van de papierlades instellen bij [Papiertype]. Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie over deze instelling. Zie voor meer informatie over het instellen van de functie Automatische ladewisseling de handleiding Kopiëren / Document Server.
Bij het plaatsen van etikettenpapier:
Wij raden u aan gespecificeerd etikettenpapier te gebruiken.
Het is aanbevolen slechts een vel papier per keer in te voeren.
Geef [Etiketten] als papiertype op en kies de juiste papierdikte in [Instellingen papierlade].
Wanneer u OHP-transparanten plaatst:
Wij raden u aan de gespecificeerde transparanten te gebruiken.
Raadpleeg Kopiëren / Document Server bij het kopiëren op OHP-transparanten.
Voor het afdrukken van OHP-transparanten vanaf de computer raadpleegt u Dik papier, dun papier of OHP-transparanten als papiertype instellen op het bedieningspaneel.
Waaier OHP-transparanten zorgvuldig los wanneer u ze gebruikt. Hierdoor kunnen OHP-transparanten niet samenkleven en verkeerd worden geplaatst.
Verwijder gekopieerde of afgedrukte vellen één voor één.
Bij het plaatsen van gecoat papier:
Als u wilt afdrukken op gecoat papier, drukt u op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop. Druk vervolgens op [Instellingen papierlade] en vervolgens op [Papiertype] voor iedere lade om het [Papiertype] in te stellen op [Gecoat: Mat] en [Papierdikte] op de juiste papierdikte.
Als u wilt afdrukken op hoogglans gecoat papier, drukt u op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop. Druk vervolgens op [Instellingen papierlade] en vervolgens voor iedere lade op [Papiertype]. Zorg ervoor dat u het [Papiertype] instelt op [Gecoat: Glanz.].
Wanneer u gecoat of hoogglans papier wilt plaatsen, waaier het papier dan altijd uit voordat u het plaatst.
Als zich een papierstoring voordoet of als het apparaat een vreemd geluid maakt bij het invoeren van meerdere vellen gecoat papier, voer dan de vellen vanuit de handinvoer een voor een in.