Koptekst overslaan
 

Het adresboek van het apparaat gebruiken als bestemmingslijst van LAN-fax

Als u Device Manager NX gebruikt, kunt u de adresboekgegevens van het apparaat als CSV-bestand kopiëren naar een computer. Dit bestand kan vervolgens in de LAN-fax bestemmingslijst worden geïmporteerd met behulp van het LAN-faxadresboek. In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u het adresboek kunt gebruiken voor LAN-fax.

Als u van deze functie gebruik wilt maken, moet u eerst Device Manager NX van de website van de fabrikant downloaden en op uw computer installeren. Neem contact op met een dealer bij u in de buurt voor informatie over het downloaden van Device Manager NX.

Het adresboek van het apparaat kopiëren naar een computer

Zie de Help-functie van Device Manager NX voor meer informatie over de bewerkingsstappen.

  1. Start Device Manager NX.

  2. Klik op [Configuratie] in het sectiegebied.

  3. Klik in de categorie [Adresboek] in de sectiestructuur op [Sjabloon].

  4. Klik op Pictogram illustratie (Toevoegen) in het lijstgebied.

  5. Klik op [Gegevens van apparaat verkrijgen].

  6. Klik op [Selecteer apparaat].

  7. Selecteer uw apparaatmodel en klik vervolgens op [OK].

  8. Klik op [OK].

  9. Klik op het tabblad [Invoerlijst].

  10. Klik op Pictogram illustratie (Exporteert gegevens naar CSV-bestanden).

  11. Selecteer [SmartDeviceMonitor for Admin compatibele indeling (Adresbeheertool)]. Klik vervolgens op [OK].

  12. Geef een bestemming en een bestandsnaam op en klik dan op [Opslaan].

  13. Sluit Device Manager NX.

Het op de computer opgeslagen adresboek gebruiken voor LAN-fax

U kunt het CSV-bestand van het adresboek naar het LAN-faxadresboek importeren en dit als een LAN-fax bestemmingslijst opslaan. U kunt dit voor het LAN-faxstuurprogramma gebruiken.

Zie de Help-functie van het LAN-faxstuurprogramma en het adresboek voor meer informatie over de stapsgewijze procedure.

  1. Ga in het menu [Start] naar de optie [Alle programma's] en [Hulpprogramma LAN-Fax Generic] en klik vervolgens op [Adresboek].

  2. Klik op [Importeren...].

  3. Selecteer [CSV-bestanden SmartDeviceMonitor (*.csv)] rechts onderin het scherm en selecteer het CSV-bestand van het adresboek.

  4. Klik op [Openen].

  5. Selecteer waar de LAN-fax bestemmingslijst moet worden opgeslagen, voer de bestandsnaam in en klik vervolgens op [Opslaan].

  6. Geef [Naam adresboek:] en andere instellingen op.

  7. Klik op [OK].

  8. Als het bevestigingsbericht wordt weergegeven, klikt u op [Ja].

  9. Open een document dat u wilt verzenden en open vervolgens het scherm LAN-faxstuurprogramma.

  10. Controleer of het tabblad [Adresboek] is geselecteerd.

  11. Klik op [Beheren...].

  12. Klik op [Toevoegen].

  13. Selecteer het bestand uit de LAN-fax bestemmingslijst (.rfa) en klik vervolgens op [Openen].

  14. Klik op [OK].

  15. Selecteer de naam van de LAN-fax bestemmingslijst in het vak [Adresboek:].

  16. Vink indien nodig het vakje [Apparaatadres] aan.

    Als u het vakje [Apparaatadres] aanvinkt, kunt u een bestemming opgeven waarvoor [App.adres gebruiken] in het adresboek van LAN-fax is ingeschakeld.

  17. Selecteer een bestemming in de lijst.

Opmerking

  • Wanneer bestemmingen die in dit apparaat als groepen zijn opgeslagen worden ingevoegd in het adresboek, dan worden de afzonderlijke bestemmingen vastgesteld in de volgende volgorde (controleer eerst voordat u invoegt en de volgorde wijzigt): IP-faxbestemming Faxnummer E-mailadres