![]()
De functie Duplex kan niet worden gebruikt als u Dik papier 3 of Dik papier 4 gebruikt. Als de functie Duplex is ingesteld, drukt u op [1-z
2-z:B/B] om deze instelling te annuleren.
Geef het gewicht van het papiertype op als u op dik papier kopieert.
Dik papier 1: 106 – 130 g/m2 (28 – 35 lb. bankpost)
Dik papier 2: 131 – 163 g/m2 (35 lb. bankpost – 90 lb. index)
Dik papier 3: 164 – 220 g/m2 (90 lb. index – 80 lb. voorblad)
Dik papier 4: 221–256 g/m2 (80 lb. voorblad – 140 lb. index)
Plaats het papier met de onderkant naar boven in de handinvoer.
De handinvoer (
) wordt automatisch geselecteerd.
Druk op [
].
Druk op [Papierformaat].
Geef het papierformaat op en druk vervolgens op [OK].
Druk op [Papiertype].
Selecteer een papiergewicht en druk vervolgens twee keer op [OK].

Plaats de originelen en druk vervolgens op de [Start]-knop.
![]()
Als u op dik papier 3 of dik papier 4 kopieert, wordt het kopieerpapier in de schuiflade van de finisher of de interne lade 1 uitgevoerd, zelfs als u een andere lade selecteert.
U kunt Dik papier 1 tot Dik papier 3 ook in de papierladen plaatsen om het voor kopiëren te gebruiken. Vergeet niet het papiertype in te stellen onder [Instell. papierlade] in Gebruikersinst.. Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie over deze instelling.