Installeer het printerstuurprogramma op uw computer vanaf de meegeleverde cd-rom.
Configureer de geïnstalleerde opties en specificeer vervolgens het papierformaat en de afdrukrichting van de geïnstalleerde papierlade.
Open het configuratiescherm van het printerstuurprogramma en configureer de afdrukinstellingen.
Raadpleeg de Windows-handleiding voor meer informatie over de functies van de Windows-computer en de daarbij behorende bedieningsinstructies.
Raadpleeg de Installatiehandleiding stuurprogramma voor meer informatie over de installatieprocedure van stuurprogramma´s.
Raadpleeg de handleiding Afdrukken voor de procedure van het weergeven van de printerstuurprogramma-eigenschappen en het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren.