U kunt kleuren maken door de belichting van primaire kleuren aan te passen op basis van een gekozen basiskleur.
Druk op [Bewerken/Kleur].
Druk op [Kleur].
Druk op [Gebruikerskleur].
Selecteer het nummer van de kleur die u wilt vastleggen.
Selecteer de kleur die u als basiskleur wilt gebruiken.
Als u een gebruikerskleur wilt selecteren, drukt u op [Gebruikerskleur] en selecteert u de kleur.
Selecteer de kleur waarvan u de belichting wilt instellen en stel vervolgens het belichtingspercentage in met [] of [].
U kunt de belichting ook opgeven door te drukken op [Aanp. met cijf.tts.].
Druk drie keer op [OK].
Wanneer u een toets voor een gebruikerskleur selecteert die wordt aangegeven met een ononderbroken lijn, wordt de inhoud van die kleur gewijzigd (overschreven).
Gebruikerskleuren moeten van tevoren worden vastgelegd. Voor meer informatie over het vastleggen van een gebruikerskleur, zie Gebruikerskleuren registreren.