In dit gedeelte wordt het plaatsen van enveloppen beschreven.
![]()
Foute invoer kan gebeuren, afhankelijk van de lengte en vorm van de flappen.
Alleen enveloppen van minstens 139,7 mm (5,5 inch) breed kunnen in de brede bulklade geplaatst worden.
Als u op enveloppen wilt afdrukken, plaatst u deze in de brede LCT of multihandinvoer (Lade 7). Zorg ervoor dat u een geschikte papiersoort opgeeft.
Bij het plaatsen van enveloppen in de brede bulklade moet u ervoor zorgen dat de flappen opengevouwen zijn en u moet ze in
richting leggen met de afdrukzijde naar boven.

Bij het kopiëren of afdrukken op enveloppen die aan één kant openen in
richting, moeten de flappen zich aan de rechterzijde van de brede bulklade of de multihandinvoer (lade 7) bevinden. Bij het kopiëren of afdrukken in
richting, moeten de flappen zich aan de onderzijde van de bulklade met drie laden of de multihandinvoer (lade 7) bevinden. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar boven.
Plaatsen van enveloppen in
richting

Plaatsen van enveloppen in
richting

Aanbevolen enveloppen
Neem contact op met uw lokale dealer voor informatie over aanbevolen enveloppen.
Bewaren van enveloppen
Bewaar de enveloppen in afgedichte plastic zakken en pak alleen het benodigde aantal. Voeg geen enveloppen toe tijdens het afdrukken, want dit kan tot papierstoringen leiden.
![]()
Zorg ervoor dat u het formaat van de envelop en van de flap specificeert in de [Instell. papierlade]. Voor meer informatie, zie Veranderen naar een aangepast papierformaat.
Stel bij het gebruik van enveloppen het [Papiergewicht] in [Instell. papierlade] in op dezelfde waarde als twee vellen van het papier dat voor de enveloppen is gebruikt.
Druk de enveloppen goed plat voordat ze worden geplaatst om de lucht te verwijderen en hoeken of kreukels plat te drukken. Let er bij het plaatsen van enveloppen op dat ze de limietmarkering niet overschrijden.
Plaats één envelop per keer in de brede bulklade als u nog steeds één van de volgende resultaten krijgt:
De envelop loopt vast
De envelop wordt niet ingevoerd
Er worden meerdere enveloppen tegelijk ingevoerd
Een vochtheidsgraad van meer dan 50% kan ervoor zorgen dat enveloppen gekreukeld of met drukfouten uit het apparaat komen.
Bepaalde typen enveloppen kunnen mogelijk gekreukeld, besmeurd of met drukfouten uit het apparaat komen. Als u een effen kleur of afbeelding op een envelop afdrukt, kunnen er lijnen ontstaan waar de overlappende randen van de envelop het dikker maken.
Als de horizontale afmeting van de enveloppen 297 mm (11,7 inch) is of kleiner, kan het papier verkeerd worden ingevoerd. Als dit gebeurt, schakel dan de Schuintedetectie uit. Voor meer details,zie Papierinstellingen.
Gebruik bij het afdrukken op enveloppen die dikker zijn dan 127,0 g/m2 (47,0 lb. voorblad) niet [
Krulaanp: Sterk] of [
Krulaanp: Sterk] voor [Papierkrul aanpassen] van [Aanpassingsinstellingen voor operators].