Plaats de enveloppen met te bedrukken zijde naar boven in de multihandinvoer (lade 7).
Druk op [Lade 7].
Druk op [Papierformaat].
Specificeer het formaat van de envelop en druk vervolgens op [OK].
Druk op [Speciaal papier].
Selecteer [Envelop] en druk vervolgens op [OK].
Plaats de originelen en druk vervolgens op de [Start]-knop.
![]()
Voor meer informatie over het gebruik van enveloppen, zie Kopiëren op enveloppen.