Koptekst overslaan
 

Energie besparen

Dit apparaat heeft de volgende functies om energie te besparen.

Modus Laag stroomverbruik voor type 3-5

Als u het apparaat na een handeling gedurende een bepaalde periode niet gebruikt, wordt het scherm uitgeschakeld en schakelt het apparaat over naar modus Laag stroomverbruik. Het apparaat verbruikt minder stroom in de modus Laag stroomverbruik.

U kunt de tijdsduur totdat het apparaat overschakelt naar de modus Laag stroomverbruik wijzigen bij [Timer laag stroomverbruik]. Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie.

U kunt de apparaatinstellingen voor het activeren van de modus Laag stroomverbruik wijzigen door op de [Energiespaarstand]-knop te drukken. Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie.

Voer een van de volgende handelingen uit om de modus Laag stroomverbruik te verlaten:

  • Open de ADF

  • Plaats een origineel in de ADF

  • Plaats papier in de handinvoer

  • Maak een van de papierlades open

  • Raak het display aan of druk op een van de plastic knoppen op het bedieningspaneel

Fuseereenheid-uit modus

Als u het apparaat niet gebruikt voor een bepaalde periode na een bewerking, gaat het apparaat in de modus fuseereenheid-uit.

Wanneer het apparaat in de fuseereenheid-uit modus staat, is het scherm ingeschakeld, maar de verwarming van de fuseereenheid staat uit om energie te besparen. In deze stand kunt u documenten scannen, faxen, en de apparaatinstellingen wijzigen op het bedieningspaneel. Het apparaat moet echter wel deze stand verlaten om af te drukken.

U kunt de tijdsduur tot het apparaat overschakelt naar de stand 'Fuseereenheid uitmodus' wijzigen bij [Uitmodus fus.eenh. (energiepaarstand) Aan/Uit]. Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie.

Om de uitmodus fuseereenheid te deactiveren, voert u een van de volgende handelingen uit:

  • Start afdruktaken

  • Ga naar het [Kopieerapparaat]-scherm

  • Raak het scherm aan of druk op een van de toetsen op het bedieningspaneel wanneer het [Kopieerapparaat]-scherm wordt weergegeven

Slaapstand

Als het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt of als de [Energiespaarstand]-knop ingedrukt wordt, schakelt het over naar de slaapstand om het elektriciteitsverbruik nog verder te verlagen. Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie.

Wanneer het apparaat in de slaapstand staat, kunt u alleen de [Energiespaarstand]-knop en de [Status controleren]-knop gebruiken. Het apparaat kan taken van computers afdrukken en faxen ontvangen.

U kunt de tijdsduur tot het apparaat overschakelt naar de slaapstand wijzigen bij [Timer slaapstand]. Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie.

Om de slaapstand af te sluiten, voert u een van de volgende handelingen uit:

  • Open de ADF

  • Plaats een origineel in de ADF

  • Druk op de [Energiespaarstand]-knop (bij gebruik van het standaard bedieningspaneel)

  • Druk op [Status controleren]-knop

Opmerking

  • Wanneer een apparaat is uitgerust met het standaard bedieningspaneel in de modus Laag stroomverbruik, brandt de [Energiespaarstand]-knop. In de slaapstand knippert de [Energiespaarstand]-knop langzaam. Bij de 'Uitmodus fuseereenheid' brandt de [Energiespaarstand]-knop niet.

  • Wanneer een apparaat is uitgerust met het Smart Operation Panel in de modus Laag stroomverbruik, brandt het Aan/uit indicatielampje. In de slaapmodus knippert het Aan/uit indicatielampje langzaam. In de Uitmodus fuseereenheid brandt het Aan/uit indicatielapmje.

  • De energiespaarstandfuncties zullen niet werken in de volgende gevallen:

    • Tijdens de vastgestelde opwarmperiode

    • Wanneer bewerkingen worden geannuleerd tijdens het afdrukken

    • Bij het weergeven van een waarschuwing (het apparaat gaat in de 'Uitmodus fuseereenheid' tenzij het paneel open is)

    • Bij vastgelopen papier (het apparaat gaat in de 'Uitmodus fuseereenheid', behalve wanneer het paneel open is)

    • Als het indicatielampje Inkomende gegevens brandt of knippert (het apparaat gaat in 'Uitmodus fuseereenheid', behalve wanneer het indicatielampje Inkomende gegevens brandt of knippert als gevolg van het ontvangen van faxen of het opslaan van documenten)

  • Het apparaat zal de modus Laag stroomverbruik of de Slaapstand niet gebruiken in de volgende gevallen:

    • Tijdens communicatie met externe apparatuur

    • Wanneer de harde schijf bezig is met het uitvoeren van een bewerking

    • Wanneer er een onderhoudsbericht wordt weergegeven

    • Wanneer de ADF, het apparaatpaneel of de ADF-klep open staan

    • Wanneer het bericht “Toner bijvullen” verschijnt

    • Wanneer toner wordt bijgevuld

    • Wanneer het scherm [Gebr.tools/Teller/Info] wordt weergegeven

    • Wanneer er gegevens worden verwerkt

    • Wanneer de functie Direct kiezen wordt gebruikt

    • Als een bestand binnen een minuut wordt verzonden via de faxfunctie "Uitgest. verz."

    • Wanneer een ontvanger wordt opgenomen in de adreslijst of in een groepskieslijst

    • Wanneer de testafdruk, de beveiligde afdruk of het opgeslagen afdrukscherm weergegeven wordt

    • Wanneer het scherm verschijnt van een document dat opgeslagen was onder de printerfunctie (het apparaat schakelt in dat geval over naar de energiespaarstand)

    • Wanneer de interne koelventilator draait

    • Wanneer u toegang tot het apparaat wilt krijgen met Web Image Monitor