In deze paragraaf wordt de schermindeling voor het verzenden van scanbestanden via Scannen naar Map uitgelegd.
[Reg.nr. ]
Druk hierop om een bestemming te specificeren met behulp van een registratienummer van vijf cijfers.
Gebruiksstatus en meldingen
Geeft de apparaatstatus en meldingen weer.
E-mail/Map
Druk hierop om te schakelen tussen het [Scannen naar Map]-scherm en het [E-mail]-scherm.
Wanneer (E-mail) is geselecteerd, kunt u e-mailbestemmingen opgeven.
Wanneer (Map) is geselecteerd, kunt u de mapbestemmingen opgeven.
Schakel ook naar het andere scherm over als u een bestand zowel per e-mail als via Scannen naar map verzendt.
Scannen naar map pictogram
Dit pictogram geeft aan dat het [Scannen naar Map]-scherm wordt weergegeven.
[Handm. inv.]
Om bestemmingen op te geven die niet geregistreerd zijn in het adresboek, geeft u de Scannen naar map-bestemmingen op in het scherm dat wordt weergegeven door op deze toets te drukken.
[Recent]
Druk op deze toets om bestemmingen te selecteren die onlangs zijn opgegeven met behulp van [Handm. inv.]. Indien er meerdere recente bestemmingen zijn, druk op [] of [] om door de lijst te scrollen.
[Best.lst. wijz.]
Druk hierop om naar het [WSD-scanner (Push Type)]-scherm, het [DSM-scanner]-scherm of het [Netwerkbezorgingsscanner]-scherm te gaan. Indien u geen gebruikmaakt van de DSM-scanner of het netwerkbezorgingsscanner, verschijnt [WSD best.]. Indien u geen gebruikmaakt van de WSD-scanner of de DSM-scanner, verschijnt [Bez.bestem.]. Indien u geen gebruikmaakt van de WSD-scanner of de netwerkbezorgingsscanner, verschijnt [DSM-bestemming].
[Modi controleren]
Hier kunt u de scaninstellingen controleren.
Bestemmingsveld
De opgegeven bestemming wordt weergegeven. Druk op [] of [] als meer dan een bestemming is opgegeven en om door de bestemmingen te scrollen.
Bestemmingslijst
De in het apparaat geregistreerde bestemmingslijst wordt weergegeven.
Druk op [] of [] als niet alle bestemmingen kunnen worden weergegeven zodat u het scherm kunt wisselen.
Het symbool () verwijst naar een groepbestemming.
[Tekst], [Onderwerp], [Beveiliging], [Naam afzender] en [Ontv. Bev.]
Voer het bericht in en geef het onderwerp en de e-mailbeveiliging (codering en een handtekening) op, de afzender en of u wel of niet gebruik wilt maken van een ontvangstbevestiging. De invoer wordt gebruikt voor e-mailverzending als bestanden tegelijkertijd worden verzonden via scan-to-folder en e-mail. Zie Scannen voor details.
[Sel. opgesl. best.]
Hiermee kunt u de documenten verzenden die opgeslagen zijn in de Document Server.
[Verzend Bestandstype/naam]
Druk op deze toets om instellingen zoals het bestandsformaat en de bestandsnaam op te geven.
Instellingen voor originelen en scannen
Hiermee kunt u de scaninstellingen en het origineeltype instellen.