Koptekst overslaan
 

Bestandstype opgeven

In deze paragraaf wordt de procedure uitgelegd voor het opgeven van het bestandstype van een bestand dat u wilt verzenden.

Bestandstypen kunnen worden opgegeven bij het verzenden van bestanden per e-mail of via scannen naar map, bij het verzenden van opgeslagen bestanden per e-mail of via scannen naar map en bij het opslaan van bestanden op een geheugenopslagapparaat.

U kunt een van de volgende bestandstypes selecteren:

1Druk op [Verzend Bestandstype/naam].

Schermafbeelding bedieningspaneel

2Selecteer een bestandstype.

Schermafbeelding bedieningspaneel

Als het Bestandstype ingesteld is op [PDF], configureer dan PDF-bestandsinst. zoals vereist.

3Druk op [OK].

Opmerking

  • Als u [Opslaan op HDD] selecteert onder [Bestand opslaan], kunt u geen bestandstype opgeven.

  • Als u [Opsl. op HDD + Verz.] selecteert onder [Bestand opslaan], worden de bestanden van het opgegeven bestandstype verstuurd per e-mail of Scannen naar map. Bestanden kunnen echter niet worden opgeslagen met het opgegeven bestandsformaat. In plaats daarvan, en afhankelijk van de compressie en de instellingen in Origineeltype, worden ze automatisch opgeslagen als een van de volgende bestandstypen:

    • JPEG

      Onder [Scannereigensch.] is [Compressie (Grijswaarden/Kleur)] ingesteld als [Aan] en originelen worden in kleur of in grijswaarden gescand.

    • TIFF

      Alle overige scanmethodes

  • De versie van de gecreëerde PDF-bestanden is 1.4.

  • Als [Hoge compressie PDF] geselecteerd is bij PDF-bestandsinst. onder Bestandstype, kunt u de bestandsgrootte verkleinen zonder de leesbaarheid van de tekens van ongecomprimeerde PDF-bestanden te wijzigen. PDF/A is geschikt om gegevens op te slaan voor een lange periode. Zie Opmerkingen over bestandstypen en beperkingen voor de beperkingen van elk bestandstype.