Koptekst overslaan
 

Scherm voor rechtstreeks afdrukken

Als u het scherm voor rechtstreeks afdrukken wilt weergeven, drukt u op de [Home]-knop linksboven op het bedieningspaneel en vervolgens op het [Printer]-pictogram. Wanneer u drukt op [Vanaf geheugenopslag afdrukken], verschijnt het scherm voor rechtstreeks afdrukken. U kunt de bestanden als lijst of als miniaturen (thumbnails) bekijken.

Genummerde afbeelding van het scherm van het bedieningspaneel

  1. Huidige map

    Toont de naam en het pad van de huidige map. Druk op [1 Niv. omhoog] om de inhoud van de hoofdmap weer te geven.

  2. Bestands-/Mappenlijst

    Druk hierop om het bestand te selecteren dat u wilt afdrukken of de map die u wilt openen. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om desgewenst door de lijst te bladeren. Afhankelijk van het aantal bestanden, kunnen er tot 999 pagina's getoond worden.

    De bestandsformaten, namen en de grootte van de bestanden worden getoond. Als er meerdere bestanden worden geselecteerd, dan wordt de volgorde waarin de bestanden werden geselecteerd ook weergegeven.

  3. [Terug nr geh.-keuzesch.]

    Druk hierop om het selectiescherm voor het geheugenopslagapparaat weer te geven.

  4. Geselectrd

    Geeft het aantal geselecteerde documenten weer (1-999).

  5. Aantal

    Gebruik de cijfertoetsen om het aantal kopieën (1-999) op te geven dat u wilt afdrukken.

  6. [Alles wissen]

    Druk hierop om de selectie van de documenten op te heffen.

  7. Lijst/miniaturen

    Druk op hierop om te schakelen tussen de lijst en de miniaturen.

  8. [Gedetaill. instell.]

    Druk hier op om gedetailleerde afdrukinstellingen te configureren.

  9. [Voorvertoning]

    Druk hierop om het afdrukbeeld van de eerste pagina van het geselecteerde document weer te geven. Het is mogelijk de schaal en de weergavepositie van het afdrukbeeld te wijzigen.

  10. [Start afdr]

    Druk hierop om het geselecteerde bestand af te drukken.

Opmerking

  • Het apparaat kan tot 5990 bestanden en mappen op een geheugenopslagapparaat opslaan.

  • Bestandsnamen mogen niet groter zijn dan 255 bytes (inclusief de padnaam). Bestandsnamen mogen geen tekens bevatten die het apparaat niet juist kan weergeven.

  • JPEG-bestanden kunnen als miniatuurweergaven worden weergegeven wanneer ze een Exif- of DCF-indeling hebben. Er wordt een pictogram weergegeven voor elk ander type bestand.

  • Voor meer informatie over het aanbevolen papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

  • PDF-bestanden van aangepast formaat kunnen niet afgedrukt worden met deze functie.

  • Afdrukinstellingen gelden voor het formaat van het bestand dat nu is geselecteerd en blijven gelden net zolang het bestand van dat bestandsformaat geselecteerd blijft.

  • Het apparaat onthoudt een ingevoerd PDF-wachtwoord tot u de printerfunctie uitschakelt.