Druk op [TX/RX-status/Afdr.].
Druk op [TX-bestand contr./stoppen].
Selecteer het bestand waaraan u een bestemming wilt toevoegen.
Druk op [Instellingen control/wijz].
Press [Best. toev.].
Geef de bestemming op met de cijfertoetsen of bestemmingtoetsen en druk vervolgens op [OK].
Druk op het tabblad voor het verzendingstype om over te schakelen naar fax/IP-fax, internetfax, e-mail of map als type verzending.
Als u een afzender opgeeft wiens e-mailadres al is geregistreerd, kunt u internetfaxbestemmingen en e-mailadressen toevoegen.
U kunt alleen een mapbestemming toevoegen met de bestemmingtoetsen.
U kunt ook een SUB-code of SEP-code programmeren door op [Geav.eigsch.]. te drukken.
Druk op [Afsluit.].
Herhaal de procedure vanaf stap 3 indien u nog een bestemming wilt toevoegen.
Druk twee keer op [Afsluit.].
U kunt geen bestemming toevoegen als u broadcasting heeft uitgeschakeld.