Koptekst overslaan
 

Ontvangen documenten doorzenden

Dit apparaat kan ontvangen documenten doorsturen naar andere bestemmingen die in dit apparaat geprogrammeerd zijn.

Als u deze functie wilt gebruiken, moet u vooraf de doorzendbestemming opgeven. U kunt de fax-, IP-fax-, internetfax-, e-mail- of mapbestemming als doorzendbestemming opgeven. Zie Bestandsontvangstinstellingen.

Illustratie van doorzenden van ontvangen documenten

U kunt het apparaat ook configureren om ontvangen documenten op basis van de afzender naar een bepaalde bestemming door te zenden. Om dit te doen, registreert u de afzender als speciale afzender en geeft u de doorzendbestemming voor elke afzender op in [Speciale afzender programmeren] in het menu Faxeigenschappen. Voor meer informatie over het registreren van speciale afzenders, zie Speciale afzenders die anders moeten worden behandeld.

Opmerking

  • Zie Maximumwaarden voor het maximum aantal bestemmingen dat u kunt registreren in een groep.

  • Documenten die met geheugenbeveiliging zijn ontvangen en doorzendverzoeken worden niet naar andere partijen doorgezonden.

  • Met de gebruikersparameters (schakelaar 37, bit 4) kunt u de naam van de afzender opnemen in de namen van de bestanden die naar mappen zijn verstuurd. De bestandsnaam kan echter onvolledig weergegeven worden en er kan gegevensverlies optreden als het besturingssysteem van de ontvanger bepaalde tekens in de bestandsnaam niet kan accepteren. Gebruik om dit te voorkomen gebruikersparamters (schakelaar 37, bit 5) om de bestandsnaam te beperken tot alleen normale tekens. Als u de bestandsnamen beperkt tot alleen normale tekens en er toch fouten blijven optreden, schakelt u de weergave van de afzendernaam in de bestandsnaam van documenten die naar mappen worden doorgestuurd uit. Voor meer informatie, zie Parameterinstellingen.

  • Via de gebruikersparameters (schakelaar 38, bit 7-0 en schakelaar 39, bit 7-0) in het Faxeigenschappenmenu kunt u het aantal keer dat geprobeerd moet worden een fax te versturen en de interval tussen elke poging instellen. Deze instellingen zijn handig als de ontvanger een mapbestemming is en de verbinding met de bestemmingscomputer mislukt. Voor meer informatie, zie Parameterinstellingen.