Meldingen |
Oorzaken |
Oplossing |
|---|---|---|
“Verbinding met subapparaat mislukt. Controleer de status van het subapparaat.” |
Het De harde schijf van het subapparaat werkt niet correct. |
Druk op[Afsluiten] op het hoofdapparaat en volg de instructies op het display. |
“Verbinding met subapparaat mislukt. Controleer de status van het subapparaat.” |
Er heeft zich een nietjes- of papierstoring voorgedaan in het subapparaat of de toner of andere verbruiksproducten moeten worden vervangen. |
Volg de aanwijzingen op. Voor nadere details over het vervangen van tonercartridges, zie Onderhoud en specificaties. Voor meer informatie over vastgelopen papier en nietjes, zie Vastgelopen papier verwijderenof Vastgelopen nietjes verwijderen. Als het display van het subapparaat meldt dat een klep open staat, volg dan de instructies die verschijnen. |
“Verbinding met subapparaat mislukt. Controleer de status van het subapparaat.” |
Het Gebruikersinstellingen-menu van het subapparaat is geopend. |
Druk op de toets [Gebruikersinstellingen] om het menu Gebruikersinstellingen te sluiten. |
“Kan niet afdrukken vanaf subapparaat. Subapparaat zal worden losgekoppeld.” |
Het subapparaat is gestopt ten gevolge van een stroomonderbreking of een communicatiefout. |
Kopieer verder met behulp van het hoofdapparaat. |
“Vouw is beschikb. als Sorteermodus is geselect. in Connect Copy.” |
Sorteren is niet met vouw geselecteerd. |
Selecteer de functie Sorteren. |
“Geen stempelgegevens in subapparaat.” |
De stempelgegevens in het subapparaat zijn gewist. |
Programmeer opnieuw de stempelgegevens in het subapparaat. |
“Subapparaat heeft niet dezelfde papierinstelling(en).” |
Het papiertype of de lade-instellingen van de beide apparaten komen niet overeen. |
Voer dezelfde instellingen in op beide apparaten. |
“Het subapparaat staat in Onderbreken-modus.” |
Het subapparaat staat in de modus Onderbreken. |
Druk op de [Onderbreken]-toets op het subapparaat om de Onderbrekingsmodus te annuleren. |
“De papierinstellingen van het subapparaat moeten dezelfde zijn, om deze lade te gebruiken.” |
De lade-instellingen van de beide apparaten stemmen niet overeen. |
Voer dezelfde instellingen in op beide apparaten. |
“De Kaft-instellingen van subapparaat zijn verschillend van hoofdapparaat.” |
De Kaft-instellingen in de beide apparaten komen niet overeen. |
Voer dezelfde instellingen in op beide apparaten. |
“De Tuss.voegveln-instell. van subapparaat zijn verschillend van hoofdapparaat.” ("n" in het bericht staat voor een variabel nummer.) |
De instellingen voor de tussenvoegvellen in beide apparaten stemmen niet overeen. |
Voer dezelfde instellingen in op beide apparaten. |
“De Tussenblad-instellingen van subapparaat zijn verschillend van hoofdapparaat.” |
De instellingen voor Tussenbladen van beide apparaten stemmen niet overeen. |
Voer dezelfde instellingen in op beide apparaten. |