|
|
|
|
|
Stel het apparaat niet bloot aan zoutige (zee)lucht en bijtende gassen. Plaats het apparaat ook niet in ruimtes waar chemische reacties plaatsvinden (zoals in laboratoria, etc.). Doet u dit wel, dan zal het apparaat niet naar behoren werken en mogelijk defect raken.
Vermijd de volgende omstandigheden bij het verplaatsen van het apparaat. Als het apparaat wordt geplaatst op een plek waar de omstandigheden anders zijn dan aanbevolen omstandigheden, kan er zich een fout voordoen.
Lage temperatuur en vocht of hoge temperatuur en vocht
Dit is de aanbevolen temperatuur- en vochtigheidsbereik:
Temperatuur: 10–32°C (50–89,6°F) (vochtigheidsgraad moet 54% zijn met 32°C, 89,6°F)
Vochtigheid: 15-80% (temperatuur moet 27 °C (80,6 °F) zijn bij 80%)
Plaatsen in direct zonlicht of sterk licht (meer dan 1500 lux).
Plaatsen in direct contact met koele lucht van een airconditioner of warme lucht uit een verwarmingsapparaat (plotselinge temperatuurschommelingen kunnen condensatie in het apparaat veroorzaken).
Plaatsen waar het apparaat frequente trillingen zou kunnen ondergaan.
Plaatsen waar het apparaat wordt blootgesteld aan vochtigheid of vochtig weer, zoals regen en sneeuw.
Plaatsen met een slechte ventilatie
Stoffige ruimten
Plaatsen dichtbij apparatuur die ammoniadampen uitstoten zoals een diazo-kopieersysteem.
Onstabiele plaatsen
Plaats het apparaat op een recht oppervlak. Het apparaat moet met een marge van 5 mm (0,2 inch) waterpas zijn: zowel van voor naar achter als van links naar rechts.
Plaats het apparaat op een stabiel oppervlak. Als u het apparaat op een standaard plaatst, moet u een stevige standaard gebruiken, zoals een tafel die breder is dan het apparaat.