Bovenste pagina > Onderhoud en specificaties > Algemene vereisten > Wat u beter wel en niet kunt doen

Wat u beter wel en niet kunt doen

VorigeVolgende

Plaats geen vazen, plantenpotten, kopjes, toiletartikelen, medicijnen, kleine metalen voorwerpen of voorwerpen gevuld met water of een andere vloeistof op of vlak bij het apparaat. Als er vloeistof of andere materie in het apparaat komt, kan dit brand of elektrische schokken tot gevolg hebben.

Gebruik geen brandbare sprays of oplosmiddelen in de buurt van dit apparaat. Doet u dit wel, dan kan dit resulteren in brand of een elektrische schok.

De ventilatieopeningen van het apparaat mogen niet geblokkeerd zijn. Als dit toch gebeurt, bestaat er kans op brand als gevolg van oververhitte interne elementen.

Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat verplaatst. Pas op dat u het netsnoer onder het apparaat niet beschadigt wanneer u het apparaat verplaatst. Als u deze voorzorgsmaatregelen niet neemt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.

Zet de hoofdstroomschakelaar uit voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Zie de handleiding Snel aan de slag.
Als de omgevingstemperatuur 29°C (84,2°F) of hoger bedraagt en de printer continu in werking is, zal de interne ventilator beginnen te werken. De ventilator maakt wat lawaai bij het afkoelen van de binnenzijde van de printer. Dit geluid is normaal en de ventilator werkt naar behoren. Het bericht “Interne ventilator is actief.” verschijnt op het scherm. Schakel de aan-/uitschakelaar niet uit terwijl de venitlator in werking is.
Als de omgevingstemperatuur hoog is, werkt de interne ventilator, zelfs als het apparaat in de stand-by modus staat. De ventilator maakt geluid bij het afkoelen van het apparaat. Dit is geen defect. Zet de hoofdschakelaar niet uit.
Na het continue scannen van originelen kan de glasplaat warm worden - dit is geen storing.
Het gebied rond het ventilatiegat kan warm aanvoelen. Dit wordt veroorzaakt door uitlaatlucht en is geen defect.
Er kan zich condensatie vormen aan de binnenkant van het apparaat als het wordt verplaatst van een koude naar een warme plaats. Laat het apparaat minstens twee uur ongebruikt staan nadat u het heeft verplaatst. Het apparaat heeft die tijd nodig om te wennen aan de nieuwe omgeving.
Zet het apparaat niet uit als het apparaat bezig is met een bewerking.
Open de kleppen van het apparaat niet terwijl het in werking is. Het papier kan vastlopen als u dit doet.
Verplaats of kantel het apparaat niet wanneer het apparaat aan staat.
Klop niet op het apparaat als het in werking is (gebruik bijvoorbeeld de oppervlaktes van het apparaat niet om papier recht te kloppen).
Tijdens het afdrukken kan er stoom ontsnappen uit het ventilatiegat achter het bedieningspaneel, afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de vochtigheidsgraad. Dit is waterdamp van het papier en geen teken dat er zich een storing voordoet.
Het apparaat drukt misschien niet goed af als er zich condens vormt binnen in het apparaat ten gevolge van een temperatuurverandering. Gebruik de optionele anti-condensatieverwarmers om dit probleem tegen te gaan.
De optionele anti-vochtigheidsverwarmer en de optionele anti-condensatieverwarmer verwarmen de binnenkant van het apparaat om de juiste vochtigheid te bewaren. De anti-condensatieverwarmer werkt niet als de hoofdstroomschakelaar is uitgeschakeld. Om de anti-condensatieverwarmer te gebruiken, zet u de hoofdschakelaar aan.

Ventilatie

Als u dit apparaat langdurig of veelvoudig in een gesloten ruimte gebruikt zonder goede ventilatie, bespeurt u misschien een rare lucht.

Hierdoor kan het uitgevoerde papier mogelijk ook raar gaan ruiken.

Als u een rare geur ruikt, dient u regelmatig te ventileren om de werkplek aangenaam te houden.

Stel het apparaat zo in dat het de lucht niet direct richting mensen blaast.
Ventilatie moet meer dan 30 m³/u/persoon zijn.

Geur van nieuw apparaat

Een nieuw apparaat ruikt mogelijk apart. Deze geur zal in ongeveer een week afnemen.

Als u een rare lucht bespeurt, dient u de ruimte te ventileren.