Deze paragraaf bevat een beschrijving van de belangrijkste meldingen van het apparaat. Indien er andere berichten verschijnen, volg dan de instructies op die hierin worden gegeven.
![]()
Instellingen die kunnen worden bevestigd in Systeeminstellingen of Faxeigenschappen op het bedieningspaneel, kunnen ook worden bevestigd vanuit Web Image Monitor. Voor meer informatie over het bevestigen van instellingen vanuit Web Image Monitor, zie de helpfunctie van Web Image Monitor.
Meldingen |
Oorzaken |
Oplossing |
|---|---|---|
“Kan origineelformaat niet detecteren. Selecteer scanformaat.” |
Het apparaat kon het origineelformaat niet waarnemen. |
Selecteer het gebied dat moet worden gescand in [Verzendinstellingen] onder [Scanformaat] op het bedieningspaneel en verzend het document opnieuw. Voor meer informatie over het instellen van de scangrootte, zie Faxen. |
“Kan geen verbinding maken met de bestemming. Controleer de instell. De ingevoerde padnaam is onjuist of de firewall- en beveil.instell blokkeren de netwerkverbinding. ” |
De naam van de computer of map die als bestemming is opgegeven, is verkeerd. |
Controleer of de computernaam en de mapnaam voor de bestemming correct zijn. |
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [13-10] |
Het alternatieve telefoonnummer dat u heeft ingevoerd is al geregistreerd op de gatekeeper van een ander apparaat. |
|
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [13-11] |
Kan geen toegang krijgen tot de gatekeeper. |
|
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [13-17] |
Het registreren van de gebruikersnaam is afgewezen door de SIP-server. |
|
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [13-18] |
Kan geen toegang krijgen tot de SIP-server. |
|
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [13-24] |
Het geregistreerde wachtwoord voor de SIP-server komt niet overeen met het wachtwoord dat is geregistreerd voor dit apparaat. |
Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder. |
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [13-25] |
In [Effectief protocol] is het IP-adres niet geautoriseerd of is een onjuist IP-adres geregistreerd. |
|
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [13-26] |
De instellingen van "Effectief protocol" en "SIP Server IP-adres" zijn verschillend of er is een onjuist IP-adres geregistreerd. |
|
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [14-01] |
De DNS-server, SMTP-server of map voor doorzenden is niet gevonden, of de bestemming voor de Internetfax rondom (niet via) de SMTP-server kan niet worden gevonden. |
|
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [14-09] |
E-mailverzending is geweigerd door SMTP-verificatie, POP- voor SMTP-verificatie of log-in verificatie van de computer waarin de map voor verzending is opgegeven. |
|
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [14-33] |
E-mailadressen voor het apparaat en de beheerder zijn niet geregistreerd. |
|
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [15-01] |
Er is geen POP3/IMAP4-serveradres geregistreerd. |
|
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [15-02] |
Er kan niet ingelogd worden in de POP3/IMAP4-server. |
|
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [15-03] |
Er is geen e-mailadres van het apparaat geprogrammeerd. |
|
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [15-11] |
De DNS-server of POP3/IMAP4-server wordt niet gevonden. |
|
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [15-12] |
Er kan niet ingelogd worden in de POP3/IMAP4-server. |
|
“Controleer of er netwerkproblemen zijn.” [16-00] |
|
|
“Verbinding met de LDAP server is mislukt. Controleer de serverstatus.” |
Er is een netwerkfout opgetreden en de verbinding is mislukt. |
|
“Er is een fout opgetreden, en verzenden is geannuleerd.” |
|
Druk op [Afsluiten] en verstuur de documenten nogmaals. |
“Max. aant. om weer te geven overschr.: n” De n wordt vervangen door een cijfer. |
Het aantal zoekresultaten overschrijdt het maximale aantal items dat kan worden weergegeven. |
Voer de zoekopdracht opnieuw uit nadat u de zoekvoorwaarden heeft gewijzigd. |
“Tijdlim. zoeken naar LDAP server overschr. Contr. serverstatus.” |
Er is een netwerkfout opgetreden en de verbinding is mislukt. |
|
“Er is een functioneel probleem opgetreden. Stop verwerking” |
De hoofdstroomschakelaar werd uitgeschakeld terwijl het apparaat een docoment via Internetfax aan het ontvangen was. |
Zelfs als u de hoofdstroomschakelaar onmiddellijk weer aanzet, afhankelijk van de mailserver, is het apparaat misschien niet in staat om verder te gaan met het ontvangen van de Internetfax als de time-outperiode niet verlopen is. Wacht totdat de time-outperiode van de mailserver verlopen is en ga dan weer verder met het ontvangen van de Internetfax. Neem contact op met uw beheerder voor meer informatie over het ontvangen van de Internetfax. |
“Functionele problemen in fax . Gegevens worden geïnitialiseerd.” |
Er is een probleem met de fax. |
Noteer het codenummer dat op het scherm wordt afgebeeld en neem contact op met uw leverancier. De andere apparaatfuncties kunnen worden gebruikt. |
“LDAP server verificatie is mislukt. Controleer de instellingen.” |
Er is een netwerkfout opgetreden en de verbinding is mislukt. |
Zorg ervoor dat de gebruikersnaam en het wachtwoord voor LDAP-serververificatie correct zijn ingesteld. |
“Orig. gescand voor andere functie ” |
Een functie van het apparaat (niet de scannerfunctie) wordt gebruikt als de Document Serverfunctie. |
Voordat u via de fax een bestand verstuurt, annuleert u de huidige opdrachten. Druk bijvoorbeeld op [Afsluiten] en vervolgens op de [Home]-knop. Druk op het pictogram [Document Server] op het [Home]-scherm. Daarna drukt u op de knop [Stoppen]. Volg de instructies om de taak te annuleren wanneer het bericht op het scherm wordt weergegeven. |
“Plaats origineel terug, controleer en druk op [Start].” |
Er is een origineel vastgelopen tijdens Geheugenverzending. |
Druk op [Afsluiten] en verstuur de documenten nogmaals. |
“Bevat enkele ongeldige bestemmingen. Wilt u alleen geldige bestemmingen selecteren?” |
De opgegeven groep bevat faxbestemmingen, e-mailbestemmingen, en/of mapbestemmingen die incompatibel zijn met de opgegeven verzendmethode. |
Druk op [Selecteren] in het bericht dat na iedere verzending verschijnt. |
“Sommige pagina's zijn bijna geheel blanco. Druk op Stop om te annuleren. ” |
De eerste pagina van het document is bijna blanco. |
De blanco zijde van het origineel is mogelijk gescand. Controleer of u uw originelen juist geplaatst heeft. Voor meer informatie over de oorzaak van blanco pagina's, zie Faxen. |
“De geselect. best. bevat best. zonder toegangsprivileges. Alleen best. met toegangspriv. zullen worden verwijderd.” |
U heeft geprobeerd een document te verwijderen waarvoor u geen verwijderingstoestemming heeft. |
Raadpleeg de Veiligheidshandleiding om te controleren of u over de rechten beschikt om opgeslagen documenten te openen en om documenten te verwijderen. |
“Bestemmingslijst wordt bijgewerkt... Een ogenblik geduld a.u.b. Geselecteerde bestemmingen en/of namen zijn gewist.” |
De bestemmingslijst wordt bijgewerkt vanuit het netwerk met Web Image Monitor. |
Wacht totdat het bericht verdwenen is. Schakel de aan-/uitschakelaar niet uit terwijl dit bericht wordt weergegeven. Afhankelijk van het aantal bij te werken bestemmingen, kan er enige vertraging ontstaan voordat u verder kunt gaan. Zolang dit bericht wordt weergegeven is gebruik van het apparaat niet mogelijk. |
“U heeft niet de privileges om deze functie te gebruiken.” |
De aangemelde gebruiker is niet gemachtigd om de geselecteerde functie te gebruiken. |
Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor details over het instellen van gebruikersrechten. |
“Verificatie met app. op afstand mislukt. Controleer verif.-inst. app. op afstand. ” |
Verificatie mislukt bij gebruik van extern faxen. Mogelijke oorzaken zijn:
|
Voor meer informatie over gebruikersverificatie raadpleegt u de Beveiligingshandleiding. |
“Kon geen verb. met app op afst. maken. Controleer status apparaat op afstand.” |
Er is een netwerkfout opgetreden tijdens het versturen van een externe fax. |
|
“Kon geen verb. met app op afst. maken. Controleer status apparaat op afstand.” |
Gebruikerscodeverificatie is ingesteld op het apparaat dat is aangesloten via de functie voor faxen op afstand. |
De functie voor faxen op afstand biedt geen ondersteuning voor Gebruikerscodeverificatie. Schakel Gebruikerscodeverificatie uit op het externe apparaat. |
“Kon geen verb. met app op afst. maken. Controleer status apparaat op afstand.” |
|
Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor details over het instellen van gebruiksrechten en activeren van gebruikersverificatie. |
“Kon geen verb. met app op afst. maken. Controleer status apparaat op afstand.” |
Er is een time-out opgetreden tijdens de verbinding met het externe apparaat. |
|
“De fax op afstand is niet beschikbaar, omdat [Gebruikercodeverificatie] actief is.” |
De functie voor faxen op afstand biedt geen ondersteuning voor Gebruikerscodeverificatie. |
Wanneer u de functie voor faxen op afstand gebruikt, schakelt u Gebruikerscodeverificatie uit. Voor meer informatie over Gebruikerscodeverificatie raadpleegt u de Veiligheidshandleiding. |
“Transferfout opgetreden. Controleer status app. op afstand. ” |
Er is een netwerkfout opgetreden tijdens verzending. |
|
“De HDD van het apparaat op afstand is vol.” |
De harde schijf is vol geraakt na gebruik van faxen op afstand door het scannen van het origineel. |
Verwijder onnodige bestanden. |
“Opgegeven actie kan niet uitgevoerd worden. Het bestand is in gebruik of de bestandsverzending is geslaagd.” |
Wanneer u probeert de status van de taak te bekijken op het externe apparaat vanaf uw eigen apparaat, is de taak al verzonden en kunt u de status niet meer controleren. |
Als u de details van een taak wilt bekijken onder [Comm.status/afdrukken], ga dan naar het scherm [TX-bestand contr./stoppen]. |
“De bestemming kan niet geselecteerd worden, omdat het coderingscertificaat nu niet geldig is.” |
Het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) is verlopen. |
Er moet een nieuw gebruikerscertificaat geïnstalleerd worden. Voor meer informatie over het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) raadpleegt u de Veiligheidshandleiding. |
“De groepsbestemming kan niet geselecteerd worden, omdat die een bestemming bevat met een coderings- certificaat dat nu niet geldig is.” |
Het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) is verlopen. |
Er moet een nieuw gebruikerscertificaat geïnstalleerd worden. Voor meer informatie over het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) raadpleegt u de Veiligheidshandleiding. |
“De verzending kan niet uitgevoerd worden, omdat het certificaat gebruikt voor de S/MIME-handtekening niet geldig is.” |
Het apparaatcertificaat (S/MIME) is verlopen. |
Er moet een nieuw apparaatcertificaat (S/MIME) geïnstalleerd worden. Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor details over het installeren van het apparaatcertificaat (S/MIME). |
“Het programma bevat een bestemming met een coderingscertificaat dat nu niet geldig is. De bestemming kan niet herroepen worden.” |
Het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) is verlopen. |
Er moet een nieuw gebruikerscertificaat geïnstalleerd worden. Voor meer informatie over het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) raadpleegt u de Veiligheidshandleiding. |
“De opgegeven bestemming voor e-mail TX-resultaat dat bij het progr. geregistreerd is, heeft een coderings- certificaat dat nu niet geldig is. Bestemm. kan niet herroepen worden.” |
Het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) is verlopen. |
Er moet een nieuw gebruikerscertificaat geïnstalleerd worden. Voor meer informatie over het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) raadpleegt u de Veiligheidshandleiding. |
“Opgegeven bestemming voor e-mail TX-resultaat, die geregist. is bij progr. bevat bestemm. met ongeldig coderingscertificaat. De bestemm. kan niet herroepen worden.” |
Het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) is verlopen. |
Er moet een nieuw gebruikerscertificaat geïnstalleerd worden. Voor meer informatie over het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) raadpleegt u de Veiligheidshandleiding. |
“Verzending kan niet uitgevoerd worden, omdat het coderingscertificaat nu niet geldig is.” |
Het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) is verlopen. |
Er moet een nieuw gebruikerscertificaat geïnstalleerd worden. Voor meer informatie over het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) raadpleegt u de Veiligheidshandleiding. |
“XXX kan niet YYY, omdat het apparaatcertificaat gebruikt voor S/MIME-ondertekening niet geldig is.” XXX en YYY geven aan welke actie de gebruiker moet ondernemen. |
Het apparaatcertificaat (S/MIME) is verlopen. |
Er moet een nieuw apparaatcertificaat (S/MIME) geïnstalleerd worden. Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor details over het installeren van het apparaatcertificaat (S/MIME). |
“E-mail TX-resultaat kan niet ingesteld worden, omdat het opgegeven apparaatcertificaat nu niet geldig is.” |
Het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) is verlopen. |
Voor meer informatie over het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) raadpleegt u de Veiligheidshandleiding. |
“Het programma bevat bestemming(en) zonder coderingscertificaat.” |
Er is geen gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat). |
Voor meer informatie over het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) raadpleegt u de Veiligheidshandleiding. |
“De opgegeven bestemming voor TX-resultaat e-mailen dat onder dit programma geregistreerd is, bevat geen coderingscertificaat.” |
Er is geen gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat). |
Voor meer informatie over het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) raadpleegt u de Veiligheidshandleiding. |
“Opgegeven bestemmingen voor e-mail TX-resultaat, die geregistreerd zijn bij het programma, bevatten bestemming(en) zonder coderings- certificaat.” |
Er is geen gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat). |
Voor meer informatie over het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) raadpleegt u de Veiligheidshandleiding. |
“Het apparaatcertificaat gebruikt voor de S/MIME-ondertekening is niet geldig. De e-mailbestemming(en) geregistreerd voor het programma kan niet opgeroepen worden.” (XXX geeft de e-mailbestemming(en) aan of de bestemming(en) voor [E-mailverz.res.]) |
Het apparaatcertificaat (S/MIME) is verlopen. |
Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor details over het apparaatcertificaat (S/MIME). |
“De bestemming kan niet geselecteerd worden, omdat er een probleem is met het apparaatcertificaat gebruikt voor de S/MIME-handtekening. Controleer het apparaatcertificaat. ” XXX en YYY geven aan welke actie de gebruiker moet ondernemen. |
Er is geen apparaatcertificaat (S/MIME) of het certificaat is ongeldig. |
Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor details over het apparaatcertificaat (S/MIME). |
“De e-mailbestemming kan niet opgeroepen worden, modat er een probleem met het apparaatcertificaat gebruikt voor de S/MIME-handtekening is.” (XXX geeft de e-mailbestemming(en) aan of de bestemming(en) voor [E-mailverz.res.]) |
Er is geen apparaatcertificaat (S/MIME) of het certificaat is ongeldig. |
Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor details over het apparaatcertificaat (S/MIME). |
“Het apparaatcertificaat van de digitale handtekening is nu niet geldig. De e-mailbestemming geregistreerd bij het programma kan niet herroepen worden.” |
Het apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) is verlopen. |
Er moet een nieuw apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) geïnstalleerd worden. Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over hoe u het apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) moet installeren. |
“Bestemming kan niet geselect. worden, omdat het apparaatcertificaat PDF digitale handtekening niet geldig is.” XXX en YYY geven aan welke actie de gebruiker moet ondernemen. |
Het apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) is verlopen. |
Er moet een nieuw apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) geïnstalleerd worden. Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over hoe u het apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) moet installeren. |
“XXX kan niet YYY, omdat er een probleem is met het apparaatcertificaat van de digitale handtekening. Controleer het apparaatcertificaat.” XXX en YYY geven aan welke actie de gebruiker moet ondernemen. |
Er is geen apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) of het certificaat is ongeldig. |
Er moet een nieuw apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) geïnstalleerd worden. Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over hoe u het apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) moet installeren. |
“De e-mailbestemming geregistreerd bij het programma kan niet herroepen worden, omdat er een probleem met het apparaatcertificaat van de digitale handtekening is.” |
Er is geen apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) of het certificaat is ongeldig. |
Er moet een nieuw apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) geïnstalleerd worden. Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over hoe u het apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) moet installeren. |
![]()
Als “Controleer of er netwerkproblemen zijn.” wordt weergegeven, is het apparaat niet correct met het netwerk verbonden of zijn de instellingen van het apparaat niet correct. Als u geen netwerkverbinding nodig hebt, kunt u instellen dat dit bericht niet meer wordt weergegeven. [Controleer status] brandt hierna niet meer. Voor details hierover, zie Faxen. Als u het apparaat opnieuw met het netwerk gaat verbinden, moet u ervoor zorgen dat u het display (weergave) instelt door de juiste gebruikerparameter te configureren.
Als er zich geen papier meer in de papierlade bevindt, wordt het bericht “Kan faxbericht niet afdrukken. Plaats papier. ” op het scherm weergegeven waarin u gevraagd wordt papier te plaatsen. Als er nog papier in de andere lades ligt, kunt u documenten op de gebruikelijke wijze ontvangen, zelfs als het bericht op het scherm wordt weergegeven. U kunt deze functie in- of uitschakelen met "Parameterinstellingen". Voor details hierover, zie Faxen.