De procedure is gelijk aan die voor programmeren en wijzigen.
Druk op [Faxeigenschappen].
Druk op [Oorspr. instellingen].
Druk op [
] en vervolgens op [Fax-informatie programmeren].
Druk op [Faxkoptekst], [Eigen naam] of [Eigen faxnr.] om deze informatie op te slaan.
Druk op het item dat u wilt registreren.
Geef de informatie op die u wilt registreren en druk op [OK].
Wanneer u uw faxnummer registreert, voert u het faxnummer in met de cijfertoetsen en drukt u op [
]. Om een +-teken of een spatie in te voeren, drukt u op [
] of [Spatie].
Druk vier keer op [Afsluiten].