Geef op voorhand de wachttijd op in seconden om de extra originelen te plaatsen.
U kunt de wachttijd opgeven onder [Scannereigensch.] - [Volg. orig. wacht inst.] - [Stel wachttijd in].
Geef de scaninstellingen en de richting van uw originelen op.
Voor meer informatie over scaninstellingen, zie Scaninstellingen opgeven.
Voor meer informatie over de richting van een origineel raadpleegt u Instellen van het Originele invoertype.
Zorg ervoor dat [Volg. orig. wacht] niet is geselecteerd.
Voor meer informatie over het selecteren van [Volg. orig. wacht] raadpleegt u Wachten op meer originelen.
Geef de nodige instellingen op voor het verzenden per e-mail of via scan naar folder, opslaan of bezorgen.
Plaats de originelen.
De originelen worden in volgorde ingescand. Plaats ze vanaf de eerste pagina. Wanneer het scannen voltooid is, wordt de tijd weergegeven die rest om de volgende originelen te plaatsen. De geselecteerde bestemming wordt weergegeven terwijl het apparaat wacht op extra originelen.
Om extra originelen in te scannen, moet u ze binnen de opgegeven tijd plaatsen.
Herhaal deze stap totdat alle originelen zijn gescand.
Als u de instellingen wijzigt terwijl het apparaat wacht op extra originelen, dan stopt het aftellen. Als u een origineel plaatst, wordt het ingescand en begint het aftellen om extra originelen te plaatsen.
Wanneer het inscannen van alle originelen en het aftellen voltooid zijn, begint het apparaat automatisch de ingescande gegevens op te slaan of te verzenden.
U kunt ook de knop [
] indrukken om de ingescande gegevens op te slaan of te verzenden.
![]()
Als het scannen niet automatisch begint, drukt dan op de [Start]-knop.
Voor meer informatie over [Volg. orig. wacht inst.] in [Scannereigensch.] raadpleegt u Scannereigenschappen.