Geef afwijkingswaarden op om het verschil tussen het papierformaat en het afbeeldingsformaat te bepalen binnen het bereik van -50 en 50% met stappen van 1% als er automatisch een papierinvoerlocatie voor de afbeelding geselecteerd wordt.
Standaard wordt er 5% opgegeven.
Bewerkingen
Als de afwijking op "10%" is ingesteld, wordt er een papierinvoerlocatie geselecteerd in de veronderstelling dat het papier groot genoeg is om een afbeelding die 10% groter is (in totaal 110%) af te drukken indien dit niet anders is opgegeven. Als de afwijking op "-10%" is ingesteld, wordt er een papierinvoerlocatie geselecteerd in de veronderstelling dat er op het papier alleen afbeeldingen kunnen worden afgedrukt die 10% kleiner zijn (in totaal 90%).
Voorwaarden
Als "Uit" is geselecteerd voor "U. Autom. pap.sel" of als "tray" en "paper" in de afdrukoptie zijn opgegeven terwijl "autopaper" niet is opgegeven, dan wordt deze instelling genegeerd.
Als "tolerance" is opgegeven in de afdrukoptie "autopaper", wordt deze instelling genegeerd.
![]()
Voor het automatisch selecteren van een papierinvoerlocatie met papier van het juiste formaat voor het ingevoerde papierformaat, geeft u "U. Autom. pap.sel" of de afdrukoptie "autopaper" op.