U kunt via het bedieningspaneel de penkleur opgeven die overeenkomt met het pennummer dat in de toepassing wordt gebruikt.
Pen 1 wordt bij de volgende stappen als voorbeeld gebruikt.
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
Druk op [Printereigensch.].
Druk de testkleur af.
Controleer de afgedrukte testkleur en geef het nummer van de penkleur op.
Geef het pennummer op en maak daarbij gebruik van de numerieke waarde onder de patch die wordt aangemerkt als "Kleurnummer".
Druk op [
].
Druk op het tabblad [RPGL-menu].
Druk op [9. Peninstelling 1].
Druk op [9-3. Penkleur 1].
Wijzig de waarde met de cijfertoetsen.
Druk twee keer op [OK].
Druk op [Afsluiten] als u de configuratie hebt voltooid.
Druk op [OK].
Druk de gegevens vanaf de computer af.
![]()
Deze functie is van kracht als "Kleur" is geselecteerd in "81. Kleurmodus".
Voor RP-GL/2 zijn de instellingen voor de penkleur van kracht als "Apparaatinstellingen" is geselecteerd in "40. Peninstelling prioriteit".
Voor meer informatie over het afdrukken van testkleuren, zie Testkleur afdrukken.
Voor meer informatie over het begrijpen van een testkleur, zie Overzicht van de testkleur.