Vorige
Geef op of het inktverbruik bij het afdrukken wel of niet moet worden beperkt. Om inkt besparen bij het afdrukken toe te passen, geeft u de mate van inkt besparen op.
Uit (normaal)
Afdrukken wordt uitgevoerd met normale inktdichtheid. Inkt besparen wordt niet toegepast.
Aan (lichter)
Afdrukken wordt uitgevoerd met een dichtheid van 75% vergeleken met "Uit (normaal)".
Aan (licht)
Afdrukken wordt uitgevoerd met een dichtheid van 50% vergeleken met "Uit (normaal)".
Gedetaill. instell. toep.
Afdrukken wordt uitgevoerd met de opgegeven instelling in "88. Gedetaill. inst. inkt besparen".
Standaardinstelling: Uit (normaal)
Als "Uit (normaal)", "Aan (lichter)" of "Aan (licht)" is geselecteerd, wordt inkt besparen op alle objecten behalve tekens toegepast.
Als de instelling wordt aangepast, is het mogelijk dat afbeeldingen vaag lijken en dat fijne lijnen niet worden afgedrukt.
Als "6. Plotter-ID" is ingesteld op "Type1" van "RP-GL/2", wordt inkt besparen op afbeeldingsgegevens ongeldig.
Het is mogelijk dat de resultaten niet duidelijk zijn op sommige gegevens, zelfs als de instellingen zijn aangepast.
